Home

Gerechtshof Den Haag, 28-03-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1477, BK-13-00666

Gerechtshof Den Haag, 28-03-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1477, BK-13-00666

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
28 maart 2014
Datum publicatie
20 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:1477
Formele relaties
Zaaknummer
BK-13-00666

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Waardering ziekenhuis. Werktuigenvrijstelling.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-13/00666

Uitspraak van 28 maart 2014

in het geding tussen:

Stichting [X], statutair gevestigd te [Z], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Alphen aan den Rijn, de Inspecteur,

op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 juni 2013, nummer SGR 12/8158, over een beschikking en aanslagen.

Beschikking, aanslagen, bezwaar en beroep

1.1. De Inspecteur heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van het samenstel van (gedeelten van) eigendommen, plaatselijk bekend als [ziekenhuis], [adres] (het complex), naar de waarde op 1 januari 2010 (waardepeildatum) en naar de staat van het complex op 1 januari 2011, voor het kalenderjaar 2011 vastgesteld op € 25.067.000. Met de beschikking zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd een tweetal aan belanghebbende ter zake van het complex opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2011.

1.2. Bij gezamenlijke uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de waarde van het complex vastgesteld op € 24.200.000, de aanslagen dienovereenkomstig verminderd en aan belanghebbende een vergoeding van proceskosten van in totaal € 1.036 toegekend.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep ingesteld bij de rechtbank. Een griffierecht van € 310 is geheven.

1.4. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de beschikking aldus gewijzigd dat de waarde van het complex wordt vastgesteld op € 19.217.359, de aanslagen dienovereenkomstig verminderd, de Inspecteur veroordeeld in de aan belanghebbende te betalen proceskosten van € 2.482 en de Inspecteur opgedragen het griffierecht van € 310 aan belanghebbende te vergoeden.

Hoger beroep

2.1. De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld.

2.2. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. De Inspecteur heeft een conclusie van repliek en belanghebbende een conclusie van dupliek ingediend.

2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 14 februari 2014 in Den Haag. Partijen zijn verschenen.

2.4. Aan het slot van de zitting heeft het Hof te kennen gegeven dat partijen enige tijd wordt gegund teneinde te bezien of zij, alvorens het Hof uitspraak doet, overeenstemming over de waarde van het complex kunnen bereiken. Blijkens correspondentie zijn partijen niet tot elkaar gekomen.

Feiten

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

De rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing