Gerechtshof Den Haag, 05-12-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3518, BK-17/00403
Gerechtshof Den Haag, 05-12-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3518, BK-17/00403
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 5 december 2017
- Datum publicatie
- 12 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:3518
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2017:1320, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:21
- Zaaknummer
- BK-17/00403
Inhoudsindicatie
In geschil is of het dividend van € 24.202.328 dat de Holding in juni 2012 aan belanghebbende heeft uitgekeerd, bij belanghebbende is belast op grond van het bepaalde in artikel 17, lid 3, letter b, van de Wet Vpb. Indien wordt voldaan aan de in deze bepaling neergelegde voorwaarden, is voorts in geschil of heffing over het hiervoor bedoelde dividend: (i) wordt verhinderd door de werking van de Richtlijn van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten, 90/435/EEG (EU-Moeder-dochterrichtlijn), dan wel (ii) in strijd is met de vrijheid van vestiging als bedoeld in artikel 49 VWEU.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00403
Uitspraak van 5 december 2017
in het geding tussen:
[X] /B.V te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 13 februari 2017, nummer SGR 16/363, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag en beschikking.