Gerechtshof Den Haag, 19-09-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2449, BK-17/00900
Gerechtshof Den Haag, 19-09-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2449, BK-17/00900
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 19 september 2018
- Datum publicatie
- 25 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2018:2449
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2017:7617, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:1684
- Zaaknummer
- BK-17/00900
Inhoudsindicatie
In het principaal hoger beroep is in geschil of de aanslag bevoegdelijk is opgelegd. Het Hof gaat met toepassing van artikel 6:22 Awb voorbij aan de klacht dat alle stukken betreffende (de publicatie van) de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (de GRD) door de heffingsambtenaar dienen te worden overlegd omdat geen geschil bestaat over de voor het onderhavige jaar geldende tekst van de GRD en voorts niet is gebleken dat belanghebbende is benadeeld door de door hem gestelde gebreken. De directeur Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft bij het opleggen van de aanslag en voor diverse proceshandelingen gebruik gemaakt van het briefpapier van de gemeente..... en daarbij ondertekend als 'heffingsambtenaar van de gemeente …... Anders dan de Rechtbank is het Hof van oordeel dat geen sprake is van een bevoegdheidsgebrek, aangezien de bevoegde heffingsambtenaar - de directeur Gemeentebelastingen Drechtsteden - alle handelingen heeft verricht als directeur, optredend als heffingsambtenaar als bedoeld in artikel 232, lid 4, letter a, juncto artikel 231, lid 2, letter b, van de Gemeentewet. Ook het incidenteel hoger beroep van belanghebbende is gegrond. Nu nog geen betaling heeft plaatsgevonden van het door de Rechtbank vastgestelde, door de heffingsambtenaar verschuldigde bedrag ter zake van de vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn, is de heffingsambtenaar daarover wettelijke rente verschuldigd vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de Rechtbank tot aan de dag van algehele voldoening (zie HR ECLI:NL:HR:2016:315, BNB 2016/94). Volgt terugwijzing naar de Rechtbank voor een beslissing over het materiële geschilpunt dat partijen verdeeld houdt.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00900
Uitspraak van 19 september 2018
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: J.C. Scherff)
en
de directeur van de Gemeentebelastingen Drechtsteden, de heffingsambtenaar,
(vertegenwoordiger: D.J. Vecht)
op het hoger beroep van de heffingsambtenaar en het incidentele hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (de Rechtbank) van 10 oktober 2017, nummer ROT 16/1383, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslagen.