Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-11-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:4898, 16/03654
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-11-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:4898, 16/03654
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 16 november 2017
- Datum publicatie
- 23 november 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2017:4898
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2016:4221, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 16/03654
- Relevante informatie
- Wet op de kansspelbelasting [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 2
Inhoudsindicatie
Het Hof overweegt dat online pokerspelen zijn aan te merken als kansspelen in de zin van artikel 2, lid 1, van de Wet op de kansspelbelasting, aangezien aannemelijk is dat bij het merendeel van de (online) pokerspelen een gedeelte van de in het spel gebrachte kaarten gedurende het gehele verloop van het spel gesloten blijft waardoor deelnemers respectievelijk de meerderheid van de deelnemers, op het resultaat niet, door middel van behendigheid, kennis en spelstrategie, een zodanige invloed kunnen respectievelijk kan uitoefenen dat als gevolg daarvan de toevalsfactor die voortkomt uit het gebruik van kaarten in belangrijke mate tenietgedaan wordt. Het Hof overweegt voorts dat de Inspecteur de naheffingsaanslag bovendien naar een juist bedrag heeft opgelegd. Met betrekking tot het standpunt van belanghebbende dat sprake is van strijd met artikel 1 van het EP van het EVRM en artikel 17 van het Handvest van de EU overweegt het Hof dat het wettelijk uitgangspunt dat voor de heffing wordt aangesloten bij de door een belanghebbende met (online) pokerspelen gewonnen prijzengelden zonder rekening te houden met de bedragen die belanghebbende heeft ingezet, niet van iedere redelijke grond ontbloot is en valt binnen de aan de wetgever toekomende ruime beoordelingsmarge. Voorts heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat bij de kansspelen waarbij hij prijzen heeft gewonnen, de heffing van kansspelbelasting leidt tot een inbreuk op het eigendomsrecht. Ten slotte heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor voorkoming van dubbele belasting ter zake van de prijzen die hij gewonnen heeft bij live pokertoernooien die hebben plaatsgevonden in Las Vegas.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 16/03654
Uitspraak op het hoger beroep van
de heer [belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] (Malta),
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 1 juli 2016, nummer BRE 15/6881, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende de hierna te noemen naheffingsaanslag.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is onder aanslagnummer [aanslagnummer] een naheffingsaanslag in de kansspelbelasting (hierna: de naheffingsaanslag) opgelegd over de periode 1 februari 2008 tot en met 30 september 2008 ten bedrage van € 77.526.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag verminderd tot € 70.363.
Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgehad op 17 augustus 2017 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord namens de Inspecteur de heer [A] , mevrouw [B] en de heer [C] .
Belanghebbende noch een gemachtigde van belanghebbende zijn ter zitting verschenen.
De griffier heeft verklaard dat zij belanghebbende bij op 4 juli 2017, aangetekend naar het door belanghebbende zelf opgegeven adres verzonden uitnodiging, waarvan een afschrift tot de stukken behoort, heeft kennis gegeven van datum, plaats en tijdstip van de zitting. Voorts heeft de griffier verklaard dat zij, vanwege onduidelijkheid over de vraag of deze uitnodiging belanghebbende bereikt heeft, op 7 juli 2017, zowel per gewone post als per aangetekende post, opnieuw uitnodigingen voor de zitting naar het door belanghebbende zelf opgegeven adres heeft verzonden. De aangetekende uitnodiging heeft het nummer [nummer] .
Tot de stukken van het geding behoort een kopie van het op laatstgenoemde uitnodiging betrekking hebbende gedeelte van de lijst van aangetekende verzendbewijzen en een schermprint van de op dat verzendbewijs betrekking hebbende statusinformatie. Hieruit volgt dat het bezorgmoment “nog niet bekend is”.
De griffier heeft op 11 juli 2017 telefonisch contact opgenomen met belanghebbende. Belanghebbende heeft tijdens dit telefoongesprek verklaard dat hij de uitnodiging voor de zitting van 17 augustus 2017 ontvangen heeft, maar dat deze datum zowel hem als zijn – niet bij naam genoemde gemachtigde niet schikt. De griffier heeft belanghebbende hierop medegedeeld dat een verzoek om uitstel van de zitting slechts in behandeling genomen kan worden indien dit verzoek schriftelijk bij het Hof wordt ingediend. Vervolgens heeft de heer [D] (hierna: de heer [D] ) op 21 juli 2017 telefonisch contact opgenomen met de griffier. De heer [D] heeft aan de griffier medegedeeld dat hij, namens belanghebbende, in de onderhavige zaak als gemachtigde op zal treden en dat hij een schriftelijk verzoek om uitstel van de zitting en een schriftelijke machtiging bij het Hof zal indienen.
Het Hof heeft voorafgaande aan de zitting van 17 augustus 2017 geen, door belanghebbende respectievelijk de heer [D] ingediend, schriftelijk verzoek om uitstel van de zitting ontvangen, hetgeen het Hof aanleiding heeft gegeven om de zitting van 17 augustus 2017 doorgang te laten vinden.
De Inspecteur heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden. Bij dit proces-verbaal is een afschrift van de door de Inspecteur ter zitting overgelegde en voorgedragen pleitnota gevoegd.
2 Feiten
De Rechtbank heeft de volgende, in hoger beroep niet bestreden, feiten vastgesteld, welke feiten het Hof als vaststaand overneemt:
“2.1. Belanghebbende was in 2008 woonachtig in Nederland. Onder de gebruikersnaam (‘nickname’) [E] neemt hij deel aan buitenlandse pokerspelen via internet. De internetpokerbedrijven waar belanghebbende over 2008 resultaten heeft behaald, zijn [F] en [G] . Beide bedrijven zijn in 2008 buiten de EU gevestigd. Daarnaast heeft belanghebbende in 2008 prijzen gewonnen bij deelname aan live pokertoernooien in Barcelona en Las Vegas.
Belanghebbende heeft geen aangifte kansspelbelasting gedaan met betrekking tot de in 2.1 genoemde prijzen. De inspecteur heeft evenmin aangiftebiljetten uitgereikt of een informatiebeschikking in de zin van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) gegeven.
De naheffingsaanslag is berekend naar een tarief van 29% over de grondslag die de inspecteur heeft gebaseerd op de onderstaande ontvangen prijzen vanaf € 454 in de periode van februari tot en met september 2008, zoals vermeld op de website playerscope.com. Voor de omrekening van de valuta is de maandkoers van de ECB gebruikt.
Pokerspelen via internet
Maand |
Aanbieder |
Prijzen in $ |
Prijzen in € |
||
Februari |
[G] |
$ |
19.057,50 |
€ |
12.922 |
Maart |
[G] |
$ |
4.400,00 |
€ |
2.833 |
Mei |
[G] |
$ |
5.500,00 |
€ |
3.535 |
Mei |
[F] |
$ |
87.502,50 |
€ |
56.246 |
Juli |
[G] |
$ |
18.318,80 |
€ |
11.616 |
Augustus |
[G] |
$ |
53.800,00 |
€ |
35.926 |
Augustus |
[F] |
$ |
14.300,00 |
€ |
9.549 |
September |
[G] |
$ |
129.800,00 |
€ |
90.333 |
September |
[F] |
$ |
1.869,60 |
€ |
1.301 |
Live pokertoernooien
Datum |
Toernooi |
Prijzen in $ |
Prijzen in € |
||
17 juni 2008 |
No Limit Hold-em te Las Vegas |
$ |
11.950 |
€ |
18.386 |
26 juni 2008 |
No Limit Hold-em te Las Vegas |
$ |
16.647 |
||
10 september 2008 |
Barcelona Open te Barcelona |
$ |
€ |
24.700 |
Bij uitspraak op bezwaar van 9 september 2015 heeft de inspecteur naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 11 juli 2014 (onder meer ECLI:NL:HR:2014:1625, BNB 2014/222) en 27 februari 2015 (onder meer ECLI:NL:HR:2015:472, BNB 2015/124) de grondslag verminderd met de in Barcelona gewonnen prijs, waardoor de naheffingsaanslag is verminderd met € 7.163 tot € 70.363.”.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
1. Zijn online pokerspelen aan te merken als kansspelen in de zin van artikel 2, lid 1, van de Wet op de kansspelbelasting?
2. Heeft de Inspecteur aannemelijk gemaakt dat de naheffingsaanslag naar een juist bedrag is opgelegd?
3. Levert het feit dat de Inspecteur kansspelbelasting heeft geheven over de door belanghebbende in de periode 1 februari 2008 tot en met 30 september 2008 gewonnen prijzengelden zonder rekening te houden met de bedragen die belanghebbende in deze periode heeft ingezet, strijd op met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EP van het EVRM) en/of met artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: het Handvest van de EU)?
4. Heeft belanghebbende ter zake van de prijzengelden die hij heeft gewonnen bij live pokertoernooien die hebben plaatsgevonden in Las Vegas recht op voorkoming van dubbele belasting?
Belanghebbende is van mening dat vragen 1 en 2 ontkennend moeten worden beantwoord en vragen 3 en 4 bevestigend moeten worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert primair tot vermindering van de naheffingsaanslag tot een bedrag van € 5.331. Subsidiair concludeert belanghebbende tot vermindering van de naheffingsaanslag naar een berekend naar de door belanghebbende in de periode 1 februari 2008 tot en met 30 september 2008 gewonnen prijzengelden verminderd met de inzetten die belanghebbende in deze periode heeft gedaan. Voorts concludeert belanghebbende, vanwege toepassing van artikel 52, lid 1, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: het BvdB), tot vrijstelling van de prijzengelden, ter grootte van € 18.386, die belanghebbende gewonnen heeft bij live pokertoernooien in Las Vegas.