Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-06-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1895, 20/00362 tot en met 20/00372

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-06-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1895, 20/00362 tot en met 20/00372

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
15 juni 2022
Datum publicatie
13 september 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:1895
Formele relaties
Zaaknummer
20/00362 tot en met 20/00372
Relevante informatie
Art. 9 BPM, Art. 10 BPM, Art. 8 lid 4 onderdeel a Uitv.reg. BPM, Art. 110 WvEU

Inhoudsindicatie

BPM-procedure over een naheffingsaanslag die betrekking heeft op elf personenauto’s. In deze procedure spelen diverse (formele) geschilpunten. Eén van de geschilpunten is of de herleidingmethode toegepast kan worden. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Het hof vermindert de naheffingsaanslag voor zover die ziet op auto’s 1, 2 en 4. De vermindering van de naheffing met betrekking tot auto’s 1 en 2 heeft te maken met toepassing van koerslijst XRay behorende bij marge-auto’s. De vermindering van de naheffing met betrekking tot auto 4 heeft ermee te maken dat het hof het standpunt van belanghebbende volgt dat de rechtbank een rekenfout heeft gemaakt.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 20/00362 tot en met 20/00372

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) 14 mei 2020, nummers BRE 17/7276 en 18/7688 tot en met 18/7696, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur,

en

de minister van Justitie en Veiligheid,

hierna: de minister.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) (hierna: de naheffingsaanslag) opgelegd. Gelijktijdig is aan belanghebbende bij beschikking belastingrente in rekening gebracht (hierna: de beschikking belastingrente). De naheffingsaanslag heeft betrekking op de navolgende personenauto’s die hierna worden aangeduid als auto’s 1 tot en met 11:

Auto

Merk en type

Laatste vier cijfers VIN

1

Audi A4 Avant 2.0 TDI Pro Line

[VIN-nummer 1]

2

Audi A3 Sportback 1.4 TFSI Ambition PL+

[VIN-nummer 2]

3

Audi A4 Allroad 2.0 TFSI quattro

[VIN-nummer 3]

4

Nissan Qashqai 1.6 360

[VIN-nummer 4]

5

Audi TT Roadster 2.5 T TRRS Pro Line

[VIN-nummer 5]

6

BMW 1-serie 120d dan wel BMW 1-serie 120d Business Line Edition

[VIN-nummer 6]

7

BMW 5 serie Touring 520i

[VIN-nummer 7]

8

Mercedes Benz B-klasse 200 NGD Ambition

[VIN-nummer 8]

9

Mercedes Benz E-klasse 220 CDI Ambition Elegance

[VIN-nummer 9]

10

Volkswagen Golf Cabriolet 1.4 TSI

[VIN-nummer 10]

11

Audi Q5 2.0 TFSI Pro Line

[VIN-nummer 11]

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en beschikking belastingrente.

1.3.

De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan, het bezwaar gegrond verklaard voor zover het is gericht tegen de naheffing ter zake van auto’s 2 tot en met 4, 6 tot en met 8, 10 en 11 en het bezwaar voor het overige ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank.

1.5.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.6.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. Het hof heeft de navolgende nummers aan het hoger beroep toegekend:

Auto

Nummer RB

Nummer hof

1

BRE 17/7276

20/00362

2

BRE 18/7688

20/00363

3

BRE 18/7689

20/00364

4

BRE 18/7690

20/00365

5

BRE 18/7691

20/00366

6

BRE 18/7692

20/00367

7

BRE 18/7693

20/00368

8

BRE 18/7694

20/00369

9

BRE 18/7695

20/00370

10

BRE 18/7696

20/00371

11

BRE 18/7697

20/00372

1.7.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.8.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.

1.9.

De zitting heeft plaatsgevonden op 8 maart 2022 in ’s-Hertogenbosch. Op deze zitting zijn gelijktijdig met de onderhavige zaken, maar niet gevoegd, de zaken met de nummers 20/00326 tot en met 20/00333 behandeld. Op de zitting zijn namens belanghebbende haar bestuurder, [A] vergezeld door [B] en haar gemachtigde, [gemachtigde] , verschenen alsmede, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] . [A] heeft de inhoudelijke behandeling van de zaken met de nummers 20/00326 tot en met 20/00333 (gedeeltelijk) bijgewoond, maar was niet aanwezig bij de inhoudelijke behandeling van de onderhavige zaken. Voor een nadere toelichting op deze gang van zaken wordt verwezen naar het proces-verbaal.

1.10.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.11.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van auto 1 aangifte BPM gedaan op 30 maart 2015. Auto 1 is een marge-auto en heeft een datum eerste toelating 17 september 2008. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 1.236. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.

2.2.

Ter zake van de registratie van auto 2 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 31 maart 2015. De datum eerste toelating van auto 2 is 20 november 2013. Auto 2 is een marge-auto. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 1.176. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.

2.3.

Ter zake van de registratie van auto 3 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 31 maart 2015. Auto 3 is een parallel ingevoerde auto met datum eerste toelating 26 juli 2012. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 3.337. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel. Belanghebbende heeft een nieuwprijs van € 67.561 gehanteerd.

2.4.

Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van auto 4 aangifte BPM gedaan op 1 april 2015. Auto 4 is een parallel ingevoerde auto met datum eerste toelating 31 maart 2014. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 2.691. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel. Belanghebbende heeft een nieuwprijs van € 30.942 gehanteerd.

2.5.

Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van auto 5 aangifte BPM gedaan op 31 maart 2015. Auto 5 is een parallel ingevoerde auto met datum eerste toelating 17 maart 2010. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 4.113. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.

2.6.

Ter zake van de registratie van auto 6 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 16 april 2015. Auto 6 is een parallel ingevoerde marge-auto met datum eerste toelating 21 december 2010. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 1.171. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel. Belanghebbende heeft daarnaast als bijlage bij de aangifte een afschrift van een passage uit de koerslijst XRay (marge) behorende bij een BMW 1-serie 120d gevoegd waaruit een handelsinkoopwaarde van € 9.592 volgt.

2.7.

Ter zake van de registratie van auto 7 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 16 april 2015. Auto 7 is een parallel ingevoerde auto met datum eerste toelating 28 november 2011. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 2.100. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.

2.8.

Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van auto 8 aangifte BPM gedaan op 16 april 2015. Auto 8 is een parallel ingevoerde auto met datum eerste toelating 27 augustus 2014. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 1.464. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.

2.9.

Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van auto 9 aangifte BPM gedaan op 23 april 2015. Auto 9 is een parallel ingevoerde marge-auto met datum eerste toelating 5 mei 2014. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 3.671. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel. Belanghebbende heeft een nieuwprijs van € 64.597 gehanteerd.

2.10.

Ter zake van de registratie van auto 10 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 23 april 2015. Auto 10 is een parallel ingevoerde auto met datum eerste toelating 24 januari 2014. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 2.937. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.

2.11.

Ter zake van de registratie van auto 11 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 23 april 2015. Auto 11 is een parallel ingevoerde auto met datum eerste toelating 24 oktober 2013. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 4.707. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel. Belanghebbende heeft een nieuwprijs van € 70.484 gehanteerd.

2.12.

Met dagtekening 7 oktober 2016 heeft de inspecteur de naheffingsaanslag van € 11.752 opgelegd. De gelijktijdig gegeven beschikking belastingrente bedraagt € 360.

Uitgesplist naar de diverse auto bedraagt het nageheven BPM-bedrag:

Auto

Verschuldigde BPM in €

Naheffing in €

1

1.807

571

2

1.578

402

3

4.859

1.522

4

4.011

1.320

5

5.028

915

6

2.824

1.653

7

2.874

774

8

1.684

220

9

5.036

1.365

10

4.211

1.274

11

6.443

1.736

2.13.

Uitgesplitst naar de diverse auto’s en voor zover in de onderhavige procedure relevant is de inspecteur op de navolgende punten van de aangiften afgeweken:

- Auto’s 1, 3, 5 en 9; De inspecteur heeft de toegepaste herleiding van het herrekende bruto BPM-bedrag niet geaccepteerd en het historische bruto BPM-bedrag vastgesteld op € 9.685, € 9.576, € 19.277 respectievelijk € 8.515. De inspecteur accepteert de door belanghebbende gehanteerde koerslijst van Autotelex Pro niet, omdat dit niet de meest actuele koerslijst is. Aangezien toepassing van de meest actuele koerslijst van Autotelex Pro tot een hoger BPM-bedrag leidt dan uit de forfaitaire afschrijvingstabel volgt, past de inspecteur de forfaitaire afschrijvingstabel toe.

- Auto’s 2, 4, 6 tot en met 8, 10 en 11; De inspecteur heeft de toegepaste herleiding van het herrekende bruto BPM-bedrag niet geaccepteerd en het historische bruto BPM-bedrag vastgesteld op € 2.625, € 6.300, € 9.538, € 7.751, € 2.835, € 6.804 respectievelijk € 11.562. De inspecteur accepteert de door belanghebbende gehanteerde koerslijst van Autotelex Pro niet, omdat dit niet de meest actuele koerslijst is. De inspecteur past de meest actuele koerslijst van Autotelex Pro toe. Met betrekking tot auto’s 4 en 11 heeft de inspecteur een nieuwprijs van € 29.660 respectievelijk € 69.254 gehanteerd.

2.14.

Belanghebbende heeft op 31 oktober 2016 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en beschikking belastingrente.

2.15.

De inspecteur heeft op 30 november 2017 uitspraak op bezwaar gedaan, het bezwaar gegrond verklaard voor de auto’s 2 tot en met 4, 6 tot en met 8, 10 en 11, de naheffing met betrekking tot deze auto’s verminderd en het bezwaar voor het overige ongegrond verklaard. Met betrekking tot voornoemde auto’s heeft de inspecteur een correctie van 5% in verband met het verschil tussen marge- en BTW-auto’s geaccepteerd. Met betrekking tot auto’s 2 tot en met 4 is deze correctie toegepast op de waarde zoals deze volgt uit de koerslijst van XRay. Met betrekking tot auto’s 6 tot en met 8 zijn bovendien kleine correcties op de netto catalogusprijs toegepast. Voornoemde correcties hebben geleid tot vermindering van de naheffingsaanslag tot € 9.815 en vermindering van de beschikking belastingrente tot € 297. Uitgesplitst naar de diverse auto’s bedraagt de naheffing na vermindering bij uitspraak op bezwaar:

Auto

Naheffing in €

1

571

2

259

3

826

4

1.149

5

915

6

1.512

7

619

8

154

9

1.096

10

1.274

11

1.413

2.16.

Belanghebbende heeft beroep bij de rechtbank ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot € 5.910, de beschikking belastingrente dienovereenkomstig verminderd, de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 737, de minister veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 1.263, de inspecteur veroordeeld in de kosten van bezwaar en beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 4.914 en de inspecteur gelast het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 333 aan laatstgenoemde te vergoeden. Bij berekening van de (proces)kostenvergoeding heeft de rechtbank wegingsfactor 2 toegepast.

2.17.

De naheffingsaanslag zoals deze luidt na vermindering door de rechtbank is als volgt onder te verdelen over de diverse auto’s:

Auto

Naheffing in €

1

571

2

225

3

450

4

502

5

399

6

1.448

7

302

8

22

9

1.012

10

207

11

772

2.18.

De vermindering van de naheffing ter zake van auto 2 heeft uitsluitend te maken met toepassing van een extra leeftijdskorting. De vermindering van de naheffing ter zake van auto’s 3, 5, 7, 8, 10 en 11 heeft enerzijds te maken met toepassing van een extra leeftijdskorting en anderzijds met hantering van de handelsinkoopwaarden zoals deze volgen uit de door belanghebbende in de procedure bij de rechtbank overgelegde koerslijsten van Eurotaxglass’s. Deze handelsinkoopwaarden zijn gecorrigeerd met 15% wegens de markt- en dealersituatie. De vermindering van de naheffing ter zake van auto 4 heeft uitsluitend te maken met hantering van de handelsinkoopwaarde (inclusief correctie van 15%) zoals deze volgt uit de koerslijst van Eurotaxglass’s. Met betrekking tot auto 6 heeft de rechtbank de nieuwprijs, handelsinkoopwaarde en het historisch bruto BPM-bedrag in goede justitie vastgesteld, aangezien deze niet uit de stukken vielen af te leiden. De rechtbank heeft bij de vaststelling in goede justitie rekening gehouden met toepassing van een extra leeftijdskorting. Om dezelfde reden als bij auto 6 heeft de rechtbank met betrekking tot auto 9 de nieuwprijs en handelsinkoopwaarde in goede justitie vastgesteld. De rechtbank heeft rekening gehouden met een extra leeftijdskorting.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Kan de verschuldigde BPM worden herleid vanuit de herrekende bruto BPM, welke is vastgesteld op basis van de restwaarde van een eerder ingevoerd referentievoertuig (auto’s 1 tot en met 11)?

2. Is de nieuwprijs tot het juiste bedrag vastgesteld (auto’s 3, 4, 9 en 11)?

3. Kan belanghebbende een beroep doen op de handelsinkoopwaarde zoals deze voor marge-auto’s uit door XRay uitgegeven koerslijsten volgt (auto’s 1, 2, 6 en 9)?

4. Dient een correctie op de handelsinkoopwaarde zoals deze volgt uit de koerslijst toegepast te worden wegens het verschil tussen parallel en officieel ingevoerde auto’s (auto’s 3 tot en met 11)?

5. Heeft de rechtbank rekenfouten gemaakt bij vermindering van de naheffingsaanslag (auto’s 2, 4 en 6)?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag. De inspecteur concludeert tot vermindering van de naheffingsaanslag, aangezien belanghebbende met betrekking tot auto’s 1 en 2 terecht een beroep op toepassing van de koerslijst van XRay doet.

4 Gronden

5 Beslissing