Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-09-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3700, BKDH-21/00918

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-09-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3700, BKDH-21/00918

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
14 september 2022
Datum publicatie
27 oktober 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:3700
Formele relaties
Zaaknummer
BKDH-21/00918
Relevante informatie
Art. 7:2 Awb, Art. 7:3 aanhef en onderdeel e Awb, Art. 7:15 lid 3 Awb, Art. 1 lid 1 AWR, Art. 67a AWR

Inhoudsindicatie

De opgelegde verzuimboete is bij uitspraak op bezwaar vernietigd. Geen sprake van handelen in strijd met paragraaf 4, lid 1, Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. Omdat de Inspecteur volledig aan belanghebbende is tegemoetgekomen is er geen schending hoorplicht. De afzonderlijke stukken waarop de hoogte van de vergoeding voor de kosten van bezwaar is vermeld, completeren de uitspraak op bezwaar. De kostenvergoeding voor de bezwaarfase is terecht gebaseerd op een waarde per punt van € 261, omdat de verzuimboete op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen is opgelegd.

Uitspraak

Zittingsplaats Den Haag

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BKDH-21/00918

in het geding tussen:

(gemachtigde: F.W. Roguski)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (de Rechtbank) van 16 juli 2021, nr. BRE 20/7905.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is bij beschikking een verzuimboete van € 369 opgelegd.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar, is de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar volledig aan het bezwaar tegemoetgekomen en is tevens een vergoeding voor kosten van bezwaar toegekend.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. Er is een griffierecht geheven van € 48. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. In verband daarmee is een griffierecht geheven van € 134. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Op 28 juli 2022 heeft de Inspecteur een nader stuk ingediend met een bijlage.

1.5.

In de Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Den Haag voor hoger beroepszaken rijksbelastingen van het gerechtshof 's-Hertogenbosch (Stcrt. 2021, 9365) is het gerechtshof Den Haag aangewezen als gerechtshof waarvan de zittingsplaats tijdelijk mede wordt aangemerkt als zittingsplaats van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Op grond van voornoemde regeling heeft de mondelinge behandeling van het hoger beroep plaatsgevonden in Den Haag op 3 augustus 2022. Partijen zijn verschenen. Belanghebbende heeft ter zitting aan de griffier een pleitnota overgelegd en per e-mail verzonden aan de Inspecteur en de overige leden van het Hof. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.

Belanghebbende is bij brief van 28 februari 2019 uitgenodigd tot het doen van aangifte inkomstenbelasting voor buitenlands belastingplichtigen voor het jaar 2018 (de aangifte). Bij brief van 31 juli 2019 is belanghebbende herinnerd aan het doen van de aangifte. Vervolgens is belanghebbende bij brief van 28 oktober 2019 aangemaand tot het doen van de aangifte. Belanghebbende heeft niet binnen de in de aanmaning genoemde uiterste termijn, de aangifte gedaan.

2.2.

Met dagtekening 2 april 2020 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2018 opgelegd naar een te betalen bedrag van nihil (de aanslag). Gelijktijdig is aan belanghebbende bij beschikking een verzuimboete van € 369 opgelegd, wegens het niet tijdig indienen van de aangifte (de beschikking).

2.3.

Bij brief van 11 mei 2020, bij de Belastingdienst ingekomen op 12 mei 2020, heeft belanghebbende pro-forma bezwaar gemaakt tegen de beschikking. De gronden van het bezwaar zijn ingediend op 17 juni 2020. Belanghebbende heeft verzocht de verzuimboete te vernietigen en de kosten van het bezwaar te vergoeden. Verder heeft belanghebbende vermeld dat hij wenst te worden gehoord en dat hij domicilie kiest ten kantore van zijn gemachtigde in Nederland.

2.4.

Met dagtekening 26 juni 2020 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een brief verzonden met als onderwerp ‘Toelichting bezwaarschrift en beoordeling kostenvergoeding’. De brief vermeldt het volgende:

‘Samenvatting van uw bezwaar

In uw bezwaarschrift verzoekt u om de verzuimboete te laten vervallen. Ook verzoekt u om een kostenvergoeding.

Beoordeling van uw bezwaar

Ik ben van mening dat uw bezwaar juist is en ik kom volledig aan uw bezwaar tegemoet. U ontvangt binnenkort de verminderingsbeschikking vanuit Apeldoorn.

Kostenvergoeding

‘Te ontvangen of te verrekenen € 369

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing