Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1208, 21/01314 tot en met 21/01321

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1208, 21/01314 tot en met 21/01321

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
12 april 2023
Datum publicatie
24 augustus 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:1208
Formele relaties
Zaaknummer
21/01314 tot en met 21/01321
Relevante informatie
Art. 3.90 Wet IB 2001, Art. 27e AWR, Art. 55 AWR, Art. 67e AWR

Inhoudsindicatie

(Navorderings)aanslagen IB/PVV en Zvw 2012 t/m 2015 met vergrijpboetes (2012). De inspecteur heeft niet aannemelijk gemaakt dat de aangifte IB/PVV 2012 onjuist is. Dit leidt tot de conclusie dat niet kan worden geoordeeld dat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan. De inspecteur heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2012 terecht zijn opgelegd, zodat het hof deze vernietigd. Dit betekent dat de daarbij opgelegde boetebeschikkingen eveneens worden vernietigd. De (navorderings)aanslagen IB/PVV en Zvw 2013 t/m 2015 zijn volgens het hof wel terecht en tot de juiste bedragen opgelegd. Hoger beroep gegrond. Toekenning immateriële schadevergoeding en vergoeding proceskosten.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 21/01314 tot en met 21/01321

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 24 september 2021, nummers BRE 20/8600 tot en met 20/8607, in het geding tussen belanghebbende,

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur,

en

de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid),

hierna: de minister.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft de volgende (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht en zijn bij beschikking vergrijpboetes opgelegd.

Zaak

Aanslag

Soort

Jaar

Verzamelinkomen

Boete

Rente

21/1314

Navordering

IB/PVV

2012

€ 180.844

€ 34.222

€ 14.847

21/1315

Navordering

Zvw

2012

€ 50.064

€ 1.251

€ 441

21/1316

Navordering

IB/PVV

2013

€ 32.758

n.v.t.

€ 377

21/1317

Navordering

Zvw

2013

€ 18.728

n.v.t.

€ 50

21/1318

Navordering

IB/PVV

2014

€ 35.849

n.v.t.

€ 286

21/1319

Navordering

Zvw

2014

€ 18.514

n.v.t.

€ 35

21/1320

Aanslag

IB/PVV

2015

€ 30.173

n.v.t.

€ 343

21/1321

Aanslag

Zvw

2015

€ 20.074

n.v.t.

€ 19

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 29 maart 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende (middels telehoren), zijn gemachtigde [gemachtigde] , [deskundige] als deskundige, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is tot medio 2012 actief geweest als vennoot in een vochtweringsbedrijf, genaamd [VOF] . Verder huurde belanghebbende in de jaren 2012 tot en met 2015 een pand met daarin een kapperszaak. Belanghebbende verhuurde de kappersstoelen aan kappers en de woningen boven de kapperszaak. Daarnaast is belanghebbende in de jaren 2013 tot en met 2015 in loondienst werkzaam geweest als sportleraar. Over zijn werkzaamheden als sportleraar heeft belanghebbende op 5 juli 2016 het volgende verklaard (pag. 3 van het controlerapport):

“Hij [hof: belanghebbende] is als sportleraar in loondienst geweest in de jaren 2013, 2014 en 2015 bij sportschool [sportschool] te [woonplaats] . Hij gaf daar les in thaiboksen, boksen en gaf begeleiding in de sportschool. Hij had een vast contract en was wekelijks werkzaam op basis van een 36 uren contract. De werktijden stonden niet vast dit was afhankelijk van het rooster, lessen e.d. (…)”

2.2.

Belanghebbende is uitgenodigd tot het doen van aangifte IB/PVV 2012 tot en met 2015. Namens belanghebbende zijn de aangiften IB/PVV ingediend naar de volgende bedragen:

Jaar

Verzamelinkomen

Te betalen IB/PVV

Te betalen Zvw

Datum indiening

2012

€ 844

nihil

nihil

16-05-2013

2013

€ 26.497

€ 4.420

€ 704

19-11-2014

2014

€ 29.588

€ 4.851

€ 661

21-10-2015

2015

€ 13.814

€ 618

€ 669

22-12-2016

De in de aangiften IB/PVV 2012 tot en met 2015 aangegeven winst uit onderneming bedraagt:

Jaar

Fiscale winst

Ondernemersaftrek

MKB-winstvrijstelling

Belastbare winst

2012

€ 9.823

€ 9.4031

€ 51

€ 369

2013

€ 21.777

€ 7.280

€ 2.030

€ 12.467

2014

€ 21.528

€ 7.280

€ 1.995

€ 12.253

2015

€ 23.343

€ 7.280

€ 2.249

€ 13.814

2.3.

De inspecteur heeft de definitieve aanslagen IB/PVV en Zvw 2012 tot en met 2014 opgelegd conform de ingediende aangiften.

2.4.

Op 27 oktober 2014 is er een strafrechtelijk onderzoek gestart, waarin onderzocht is of belanghebbende betrokken is geweest bij de aankoop van een camper die voorzien is van het Duitse kenteken [kenteken 1] (hierna: de camper). Uit het Nederlands registratiesysteem BVI-IB en Europol Siena blijkt dat het chassisnummer [nummer 1] in de periode 17 juli 2012 tot en met 26 februari 2014 was gekoppeld aan het kenteken [kenteken 2] .

2.5.

Op grond van artikel 55 Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) heeft er gegevensuitwisseling plaatsgevonden tussen de officier van justitie en de inspecteur.

2.6.

In een proces-verbaal van de FIOD2 staat een weergave van het verhoor met [A] (hierna: [A] ), die is gehoord in verband met zijn betrokkenheid als directeur/eigenaar van [GmbH] (hierna: [GmbH] ) gevestigd in [vestigingsplaats] te Duitsland en leverancier van de camper. In het proces-verbaal staat de volgende weergave van een door de Duitse autoriteiten afgenomen verhoor van [A] :

“Vraag: Hoe is de betaling verlopen?

Antwoord: [B] had twee klanten, die de woonmobielen betaald hebben, en ik had daar helemaal niets mee te maken. De facturen, die hier voorhanden zijn, zijn niet correct, en zo is dat met beide woonmobielen gegaan.(…)

Vraag: Wie heeft de opdracht gegeven, de verzekering af te sluiten?

Antwoord: Uiteindelijk was dat [B] , dat ik voor deze beide personen de verzekering voor de woonmobielen moest of zou afsluiten.

Vraag: Wie heeft de rekeningen voor de verzekering betaald?

Antwoord: Dat gebeurde via [B] . Dat werd niet contant betaald, maar werd overgemaakt.

Vraag: Wat is er met de verzekeringscontacten op zich?

Antwoord: Die zijn per mail toegestuurd en ingescand en ik heb ze ondertekend, en daarmee was dat afgehandeld. We moeten er echter rekening mee houden, dat het geen huurcontracten zijn, maar uitsluitend verzekeringscontracten.

Vraag: Wie was eigenaar van de woonmobielen?

Antwoord: Ik ben er van uit gegaan, dat [C] er een had en [belanghebbende] een.”

Het proces-verbaal bevat eveneens een weergave van wat [D] tijdens zijn verhoor op 24 maart 2015 heeft verklaard3:

O: Wij, verbalisanten, tonen aan [D] twee aankoopfacturen (van beide campers) voorzien van de nummers (…) en [nummer 2] . (…) Uit de factuur voorzien van het nummer [nummer 3] blijkt dat op 4 juli 2012 door: Concorde, gevestigd (…) aan [GmbH] is verkocht:

- Een camper van het merk Concorde-2012, Type Liner Plus 940 M, Model lveco Eurocargo, voorzien van het chassisnummer: [nummer 4] voor de netto verkoopprijs van € 172.500,00-. (…)

V: Wat kunt u over deze twee facturen verklaren?

A: Ik kan me deze nog herinneren. Dat waren twee dezelfde auto's. Deze facturen zijn beide door mij zelf opgemaakt. Ik heb deze twee campers besteld voor [GmbH] . Ik had ze nog niet eerder op voorraad.

V: Hoe is de verkoop van deze twee campers gegaan?

A: Dat weet ik nog wel hoe dat gegaan is. [B] heeft mij gebeld dat hij klanten had voor een Concorde en hij wist dat ik Concorde deed. Hij heeft mij gezegd dat zijn klanten interesse hebben en dat ze een bepaalde uitvoering wilden hebben. Daarop werd ik gebeld door de man van [GmbH] en die heeft mij verteld welke uitvoering hij wilde.

De contactpersoon van [GmbH] was een Duitser (…).

Vervolgens zijn deze twee auto's besteld. [A] heeft de opdrachtbevestiging gekregen en die hebben we getekend en vanuit daar zijn die auto's besteld en geleverd.

Daar is trouwens wel nog een beetje tramalant mee geweest.

Die auto's bleken achteraf verhuurd te zijn aan mensen uit [woonplaats] . Die mensen zijn vervolgens hier geweest om de campers op te halen. Een camper was echter niet op tijd geleverd door de fabriek. Toen hebben de huurders wat problemen gemaakt hier. Ik heb ze toen een camper van mij meegegeven. Mijn vader is toen met trein naar de fabriek in Duitsland gereden en erna naar Spanje gereden om die campers om te ruilen.

V: Wie heeft de campers opgehaald hier?

Dit was de huurder van de camper. (….) Dit ging eigenlijk allemaal een beetje via [B] en via [GmbH] . Ik had van deze huurders en geen ID, ik had alleen een ID van [GmbH] . (…)

[GmbH] heeft toen een camper toen hier opgehaald, dit was [A] uit [vestigingsplaats] . Die heeft hem erna in Duitsland op naam gezet.

De tweede camper daarvoor zijn de huurders hier geweest en die heb ik een camper in bruikleen gegeven. Later is deze in Spanje omgeruild. Mijn vader is met de trein naar de fabriek gereden in [plaats] . Daarna heeft mijn vader hem op naam laten zetten en daarna is hij ermee naar Spanje gereden met Duitse platen om ze daar om te ruilen. (…)”

Tevens staat in dat proces-verbaal4 de volgende weergave van wat [B] (hierna: [B] ), directeur/eigenaar van [BV] , heeft verklaard:

“Op maandag , 13 april 2015 (…) werd verdachte [B] gehoord. Dit verhoor had betrekking op de verkoop van 2 campers, (…) en CONCORDE 2012 [nummer 5] (…). In het kort weergegeven verklaarde hij dat:

- Hij [A] kent van [GmbH] .

- (…)

- Hij als bemiddelaar heeft opgetreden tussen [C] , [belanghebbende] , [A] en [D] met betrekking tot de aankoop van de 2 campers (…).

- Hij een vriendendienst heeft verleend aan die personen.”

2.7.

In het proces-verbaal van de FIOD5 bevindt zich een overeenkomst met – voor zover relevant – de volgende inhoud:

“Vertrag zum Abschluss von Versicherungen für EU

Zwischen

Exclusice Car Rent GmbH (…) – nachfolgend Auftragnehmer genannt –

und

(…) [belanghebbende] (…) – nachfolgend Kunde genannt –

(…)

Gegenstand des Vertrages ist folgendes Kraftfahrzeug: (…)

Fahrzeug-Ident-Nr: [nummer 6]

(…)

Der Kunde beauftragt den Auftragnehmer, das Fahrzeug gegen die typischen Risiken zu versichern. (…)

Der Auftragnehmer is verpflichtet, entsprechende Verträge für den Pkw in eigenem Namen und auf eigene Rechnung (…) abzuschliessen und dafür Sorge zu tragen, dass Versicherungsschutz besteht. (…)

Als Gegenleistung zahlt der Kunde an den Auftragnehmer eine Provision. (…)

Der Kunde verpflichtet sich, die Versicherungsprämien für die Dauer der Laufzeit des Mietvertrages einschliesslich von Selbstbeteiligungen im Schadenfall, zu erstatten. (…) Die Prämien sind jewells für

(…)

[ x] ein Jahr

Im Voraus zu erstatten. (…)”

2.8.

In het proces-verbaal van de FIOD6 bevinden zich facturen van [GmbH] van 16 juli 2012 en 1 oktober 2013 die aan belanghebbende zijn gericht. Daarop staat – voor zover relevant – de volgende omschrijving:

“ Datum: 16.07.2012

Dienstleistungsrechnung für Versicherung und

Zulassung des Fahrzeuges mit der

Fahrgestellnummer: [nummer 6]

Zeitraum: 16,07,2012 bis 15,07,2013 Besitzer

Dieses Fahrzeuges ist Herr [belanghebbende]

Summe: € 4.735,16

Umsatzsteuer 19,00% (…) € 899,68

Rechnungsbetrag: € 5.634,84

Datum: 01.10.2013

Dienstleistungsrechnung für Versicherung

KFZ-Steuer

Provision

Fahrgestellnummer: [nummer 7]

Zeltraum: 16,07,2013 bis 15,07,2014

Dieses Fahrzeug ( Eigentühmer ) gehört Herrn [belanghebbende]

Summe: € 4.735,29

Umsatzsteuer 19,00% (…) € 899,71

Rechnungsbetrag: € 5.635,00

2.9.

Tot het proces-verbaal van de FIOD7 behoren verder de volgende documenten:

-

Factuur met nummer [nummer 2] , waaruit blijkt dat op 4 juli 2012 door [D] , gevestigd in [vestigingsplaats] , aan [GmbH] is verkocht een camper van het merk Concorde -2012, Type Liner Plus 940M, model Iveco Eurocargo, voorzien van het chassisnummer: [nummer 6] voor een netto verkoopprijs van € 172.500;

-

Factuur met nummer [nummer 8] , waaruit blijkt dat een camper voorzien van het chassisnummer: [nummer 6] op 16 juli 2012 door [GmbH] is verkocht aan [BV] , gevestigd in [vestigingsplaats] , voor hetzelfde bedrag van € 172.500.

2.10.

Op basis van de gegevens van het strafrechtelijk onderzoek heeft de inspecteur aanleiding gezien om bij belanghebbende een boekenonderzoek in te stellen naar de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV over de jaren 2012 tot en met 2015 en de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2015. Tijdens dit boekenonderzoek is door de inspecteur een vermogensvergelijking gemaakt voor het jaar 2012, waarbij in aanmerking is genomen dat belanghebbende de camper gekocht en betaald zou hebben. De vermogensvergelijking resulteerde in een netto-privé van negatief € 179.088. De bevindingen van het boekenonderzoek zijn opgenomen in een rapport met datum 25 november 2017.

2.11.

De navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw voor het jaar 2012 zijn gebaseerd op de door de inspecteur in het kader van het boekenonderzoek opgestelde vermogensvergelijking. Deze vermogensvergelijking ziet er als volgt uit (pag. 8 van het controlerapport):

2012

Beginvermogen

€ 66.558 +

Onbelaste vermogensresultaten

€ - +

Belastbaar inkomen box 1 (…)

€ 9.823 +

Aanpassingen belastbaar inkomen

€ - +

Onbelaste inkomsten

€ - +

Totaal verteerbaar inkomen

€ 9.823 +

Theoretisch eindvermogen

€ 76.381 =

Werkelijk eindvermogen

€ 60.529 -/-

Bruto-privé

€ 15.852 =

Benoemde posten

€ 194.940 -/-

Netto-privé

€ 179.088 =

Het bedrag van € 194.940 aan “benoemde posten” bestaat uit de aanschafwaarde van de camper van € 172.500 en andere niet nader gespecificeerde posten.

2.12.

De inspecteur heeft op basis van de bevindingen van het boekenonderzoek de (navorderings)aanslagen IB/PVV en Zvw opgelegd, waarin de volgende correcties zijn begrepen:

-

De inspecteur heeft op basis van het negatief netto-privé in 2012 geconcludeerd dat belanghebbende in 2012 een resultaat uit overige werkzaamheden van € 180.000 heeft genoten en heeft dit als zodanig gecorrigeerd.

-

Belanghebbende heeft in de jaren 2013 tot en met 2015 in loondienst gewerkt. De genoten inkomsten over het jaar 2015 van € 10.099 (loonheffing € 1.499) zijn niet in de aangifte IB/PVV 2015 opgenomen. De inspecteur heeft dit gecorrigeerd.

-

De inspecteur heeft de toepassing van de zelfstandigenaftrek over de jaren 2013 tot en met 2015 geweigerd en de belastbare winst vastgesteld op € 18.728 (2013), € 18.514 (2014) en € 20.074 (2015).

Tevens heeft de inspecteur voor alle jaren belastingrente in rekening gebracht en heeft hij voor het jaar 2012 vergrijpboetes opgelegd.

2.13.

Belanghebbende is in bezwaar gekomen tegen de (navorderings)aanslagen. Het bezwaar is door de inspecteur ontvangen op 13 februari 2018. Op 20 maart 2018 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden. Bij uitspraak op bezwaar van 23 mei 2018 is het bezwaar ongegrond verklaard.

2.10.

De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de boetebeschikkingen vernietigd en de vergrijpboetes met 15% verminderd tot respectievelijk € 29.088 en € 1.063 wegens de overschrijding van de redelijke termijn.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is het antwoord op de volgende vragen:

I. Heeft belanghebbende de vereiste aangifte IB/PVV gedaan voor het jaar 2012?

II. Zijn de (navorderings)aanslagen terecht en tot de juiste bedragen opgelegd?

III. Zijn de vergrijpboetes voor het jaar 2012 terecht en tot de juiste bedragen opgelegd?

Tijdens het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft de inspecteur de eerder door hem in het controlerapport overgelegde vermogensvergelijking (zie onder 2.11) herzien. De inspecteur stelt zich daarbij nader op het standpunt dat de “benoemde posten” (afgerond) € 178.134 in plaats van € 194.940 bedragen, zijnde de aanschafwaarde van de camper van € 172.500 plus de in het jaar 2012 door belanghebbende betaalde dienstverleningskosten van € 5.634,84 (zie onder 2.8). Het theoretisch netto privé bedraagt dan (€ 15.582 minus € 178.134 is) negatief € 162.282.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar, vernietiging van de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2012 tot en met 2014 en de bijbehorende rente- en boetebeschikkingen en vermindering van de aanslagen IB/PVV en Zvw 2015 en de bijbehorende rentebeschikkingen.

3.3.

De inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank voor zover het de beslissing omtrent de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2012 en de bijbehorende rente- en boetebeschikkingen betreft, vernietiging van de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2012 en de bijbehorende rente- en boetebeschikkingen, vermindering van de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2012 en de bijbehorende rente- en boetebeschikkingen tot een belastbaar inkomen uit werk en woning c.q. boetegrondslag van (€ 844 plus € 162.282 is) € 163.126 en bevestiging van de uitspraak van de rechtbank voor het overige.

4 Gronden

5 Beslissing