Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-01-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:142, 21/00875 en 21/00876

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-01-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:142, 21/00875 en 21/00876

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
18 januari 2023
Datum publicatie
13 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:142
Formele relaties
Zaaknummer
21/00875 en 21/00876
Relevante informatie
Art. 17 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ, Art. 4 Uitv.reg. WOZ

Inhoudsindicatie

WOZ-waarden woning en recreatiewoning. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat zowel de WOZ-waarde van de woning als de WOZ-waarde van de recreatiewoning niet te hoog zijn vastgesteld. Het hoger beroep is ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 21/00875 en 21/00876

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 1 juni 2021, nummers BRE 19/3475 en 19/3479, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Veere ,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZbeschikking) en daarbij de waarde van de onroerende zaken [adres 1] te [plaats 1] en [adres 2] te [plaats 2] vastgesteld. Tevens zijn de aanslagen onroerendezaakbelastingen (OZB) voor het jaar 2019 bekendgemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende en [A] , en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] en [taxateur] (hierna: de taxateur).

1.6.

Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Gapingseweg 4

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de woning [adres 1] (hierna: de woning). De woning is een in 1930 gebouwde vrijstaande woning met een vrijstaande garage en een dakkapel. De inhoud van de woning is 345 m3 en de oppervlakte van het perceel is 4.480 m2.

2.2.

De waarde van de woning is door de heffingsambtenaar per de waardepeildatum 1 januari 2018 (hierna: de waardepeildatum) vastgesteld op € 296.000.

2.3.

De heffingsambtenaar verwijst ter onderbouwing van de vastgestelde waarde naar het taxatierapport van 18 september 2019 opgesteld door de taxateur en de bij dit rapport gevoegde waardematrix (hierna: de matrix). De taxateur heeft de marktwaarde vastgesteld op € 329.000. In het rapport zijn de volgende vergelijkingsobjecten - alle in het buitengebied van de gemeente Veere gelegen vrijstaande woningen - opgenomen:

-

[adres 3] in [plaats 3] , transactiedatum 20 september 2018, verkoopprijs € 311.500;

-

[adres 4] in [plaats 4] , transactiedatum 15 september 2017, verkoopprijs € 475.000;

-

[adres 5] in [plaats 4] , transactiedatum 16 januari 2017, verkoopprijs € 360.000;

-

[adres 6] in [plaats 5] , transactiedatum 3 april 2017, verkoopprijs € 375.000;

-

[adres 11] in [plaats 1] , transactiedatum 3 april 2018, verkoopprijs € 435.000.

[adres 2]

2.4.

Belanghebbende is eigenaar van de woning [adres 2] (hierna: de recreatiewoning). De recreatiewoning is een in 1968 gebouwde vrijstaande woning met een inhoud van 224 m3 en een oppervlakte van het perceel van 566 m2.

2.5.

De waarde van de woning is door de heffingsambtenaar per de waardepeildatum vastgesteld op € 219.000.

2.6.

De heffingsambtenaar verwijst ter onderbouwing van de vastgestelde waarde naar het taxatierapport van 19 september 2019 opgesteld door de taxateur en de bij dit rapport gevoegde waardematrix (hierna: de matrix). De taxateur heeft de marktwaarde vastgesteld op € 223.000. In het rapport zijn de volgende vergelijkingsobjecten - alle in [plaats 2] gelegen recreatiewoningen - opgenomen:

-

[adres 7] , transactiedata 15 november 2017 respectievelijk 20 december 2018, verkoopprijzen € 350.000 respectievelijk € 400.000;

-

[adres 8] , transactiedatum 19 december 2017, verkoopprijs € 380.000;

-

[adres 9] , transactiedatum 6 januari 2017, verkoopprijs € 380.000;

-

[adres 10] , transactiedatum 1 mei 2018, verkoopprijs € 390.000.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

I. Is de waarde van de woning op de waardepeildatum te hoog vastgesteld?

II. Is de waarde van de recreatiewoning op de waardepeildatum te hoog vastgesteld?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vermindering van de WOZ-waarden van de woning en recreatiewoning naar € 260.000 respectievelijk € 180.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing