Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-01-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:143, 21/00888
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-01-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:143, 21/00888
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 18 januari 2023
- Datum publicatie
- 13 juli 2023
- Annotator
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2021:2618, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/00888
- Relevante informatie
- Art. 7 lid 4 Wet OB 1968
Inhoudsindicatie
Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 21/00888
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 26 mei 2021, nummer BRE 17/6532, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende over de periode 1 januari 2013 tot en met
31 december 2013 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd (hierna: de naheffingsaanslag).
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting. Bij uitspraak op bezwaar is de naheffingsaanslag gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 13 januari 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen, [A] als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de inspecteur [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende is als B.V. opgericht in het jaar 2009. Daarvóór werd de onderneming met de naam [belanghebbende] al gedreven in de vorm van een vennootschap onder firma. Aanvankelijk bestonden de activiteiten van belanghebbende uit arbeidsbemiddeling door middel van re-integratieprojecten. Vanaf het jaar 2008 zijn de re-integratiewerkzaamheden geleidelijk afgebouwd en in het jaar 2012 vonden de laatste re-integratiewerkzaamheden plaats.
De aandelen in belanghebbende zijn in het jaar 2013 voor gelijke delen (50:50) in handen van [B] (hierna: [B] ) en [C] (hierna: [C] ).
[B] is in het jaar 2013 enig aandeelhouder van [bedrijf] en [BV 1] , [BV 2] en [BV 3]
De activiteiten van belanghebbende bestaan in het jaar 2013 uit het inzetten van personeel in de thuiszorginstelling [bedrijf] en [BV 1] en bij [BV 2] In het jaar 2013 waren er minimaal 14 personen in dienst bij belanghebbende.
Op 4 mei 2016 is bij belanghebbende een boekenonderzoek gestart gericht op de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. Van dat boekenonderzoek is op 26 augustus 2016 een rapport opgemaakt. Naar aanleiding van het boekenonderzoek is de naheffingsaanslag opgelegd.
3 Geschil en conclusies van partijen
In hoger beroep is uitsluitend in geschil het antwoord op de vraag of belanghebbende en [bedrijf] en [BV 1] in het onderhavige jaar een fiscale eenheid in de zin van artikel 7, vierde lid, van de wet OB vormen.
Niet in geschil is dat tussen belanghebbende en [bedrijf] en [BV 1] de vereiste
verwevenheid in economisch en organisatorisch opzicht aanwezig is.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.