Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-08-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2599, 22/00976
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-08-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2599, 22/00976
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 9 augustus 2023
- Datum publicatie
- 19 oktober 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2022:1133, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 22/00976
Inhoudsindicatie
Artikel 40 Wet WOZ en artikel 7:4 Awb. In geschil is of de heffingsambtenaar de door belanghebbende gevraagde stukken had moeten toezenden en of het inzagerecht is geschonden. Het hof beantwoordt beide vragen ontkennend.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 22/00976
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) van 25 maart 2022, nummer SHE 20/3078, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten,
hierna: de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZbeschikking) en daarbij de waarde van [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning) vastgesteld. Tevens is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2020 bekendgemaakt.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 7 juli 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] .
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende is eigenaar van de woning, een vrijstaande geschakelde woning met bouwjaar 1973. De woning, gelegen in [woonplaats] , bestaat uit een hoofdbouw van 340 m³ met een aanbouw van 86 m³, een dakkapel en een garage van 53 m³. De grond bij de woning heeft een oppervlakte van 338 m². Daarnaast is er een tuinhuis/blokhut aanwezig dat niet in de waardering is meegenomen.
De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de woning op waardepeildatum 1 januari 2019, voor het jaar 2020, vastgesteld op € 351.000.
In het bezwaarschrift van belanghebbende staat, met verwijzing naar artikel 40 Wet WOZ, het volgende:
"Ik verzoek u de taxatiekaart met daarop vermeld de KOUDV- en liggingsfactoren, alsmede de manier waarop u de verschillen hebt verdisconteerd, van het onderhavige object en van de door u opgevoerde vergelijkingsobjecten tijdig voor het plaatsvinden van de hoorzitting te verstrekken."
Op 3 juni 2020 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waarbij een kantoorgenoot van de gemachtigde en een medewerker van de gemeente aanwezig waren. De stukken waar belanghebbende om heeft verzocht, zoals opgenomen onder 2.3, hebben niet voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage gelegen.
Op 31 augustus 2020 is belanghebbende door de heffingsambtenaar uitgenodigd om de stukken waar hij in zijn bezwaarschrift om heeft verzocht in te zien. De stukken hebben tussen 7 en 11 september 2020 ter inzage gelegen. Belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van deze inzage.
De heffingsambtenaar heeft op 2 oktober 2020 uitspraak op bezwaar gedaan.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
I. Had de heffingsambtenaar de door belanghebbende gevraagde stukken moeten toezenden?
II. Is het inzagerecht geschonden?
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en toekenning van een (proces)kostenvergoeding. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.
Ter zitting heeft belanghebbende uitdrukkelijk en ondubbelzinnig verklaard dat de WOZ-waarde niet in geschil is.