Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-08-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2707, 22/01274 tot en met 22/01283

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-08-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2707, 22/01274 tot en met 22/01283

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
23 augustus 2023
Datum publicatie
31 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:2707
Formele relaties
Zaaknummer
22/01274 tot en met 22/01283
Relevante informatie
Wet op de dividendbelasting 1965 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 11a

Inhoudsindicatie

Procedure over verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting voor de boekjaren 2008/2009 tot en met 2015/2016 door een in Luxemburg gevestigd beleggingsfonds. De teruggaafverzoeken zijn terecht afgewezen aangezien belanghebbende noch door overlegging van dividendnota’s noch anderszins aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van “ten laste van hem ingehouden dividendbelasting” in de zin van artikel 11a, lid 1, Wet DB. Het hof komt niet toe aan de vraag of belanghebbende objectief vergelijkbaar is met een in Nederland gevestigde fiscale beleggingsinstelling. Voor zover belanghebbende ter zitting gesteld zou hebben dat het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden nu de inspecteur van belanghebbende dividendnota’s heeft opgevraagd, beschouwt het hof deze stelling als tardief.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 22/01274 tot en met 22/01283

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] (Luxemburg),

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 23 mei 2022, nummers BRE 21/5185 tot en met 21/5194, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft voor de (boek)jaren 2008/2009, 2009/2010, 2010/2011, 2011/2012, 2012/2013, 2013/2014, 2014/2015 en 2015/2016 verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting ingediend.

1.2.

De inspecteur heeft de in 1.1 bedoelde verzoeken afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur is niet tegemoetgekomen aan de bezwaren tegen de afwijzingen.

1.4.

Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Belanghebbende heeft het hoger beroep schriftelijk aangevuld.

1.7.

De inspecteur heeft schriftelijk gereageerd op het onder 1.6 genoemde stuk.

1.8.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.

1.9.

De zitting heeft plaatsgevonden op 30 juni 2023 ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde 1] , [gemachtigde 2] , [gemachtigde 3] en [gemachtigde 4] , als gemachtigden van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] , [inspecteur 5] , [inspecteur 6] en [inspecteur 7] . Op deze zitting zijn gelijktijdig, maar niet gevoegd, met de onderhavige zaak behandeld de zaken met de nummers 22/01062 tot en met 22/01067, 22/01290, 22/01304 tot en met 22/01306, 22/01592 tot en met 22/01597, 22/01620, 22/01621 tot en met 22/01625, 22/01626 tot en met 22/01632, 22/01634 tot en met 22/01644 en 23/00677.

1.10.

De inspecteur heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota doorgestuurd naar belanghebbende. Deze pleitnota wordt met instemming van partijen geacht ter zitting te zijn voorgelezen.

1.11.

Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij. De inspecteur heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen overlegging van de bij deze pleitnota behorende bijlagen.

1.12.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.13.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is een naar Luxemburgs recht opgericht en in Luxemburg gevestigd beleggingsfonds.

2.2.

Belanghebbende heeft geen vaste inrichting in Nederland voor de vennootschapsbelasting. Belanghebbende is in Nederland niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting.

3.2.

Belanghebbende concludeert voor alle (boek)jaren tot teruggaaf van dividendbelasting. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing