Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-01-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:301, 22/00891 tot en met 22/00893
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-01-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:301, 22/00891 tot en met 22/00893
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 25 januari 2023
- Datum publicatie
- 13 juli 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2022:1507, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 22/00891 tot en met 22/00893
- Relevante informatie
- Art. 2 Wet Vpb 1969, Art. 28 Wet Vpb 1969
Inhoudsindicatie
Deze uitspraak is op verzoek gepubliceerd en niet door het gerechtshof geselecteerd om te worden gepubliceerd. Derhalve is er geen samenvatting beschikbaar.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummers: 22/00891 tot en met 22/00893
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] (voorheen: [belanghebbende] ),
gevestigd in [plaats] (Duitsland),
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 28 maart 2022, nummers BRE 17/2044, 17/00245 en 17/2800, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting ingediend voor de (boek)jaren 2009/2010, 2010/2011 en 2012.
De inspecteur heeft de in 1.1 genoemde verzoeken afgewezen.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur is niet tegemoetgekomen aan de bezwaren tegen de afwijzingen.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof.
Het hof heeft bepaald dat de zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk meegedeeld dat het onderzoek is gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende is een Spezial Sondervermögen en is opgericht naar het recht van Duitsland waar het tevens is gevestigd. De bewijzen van deelgerechtigdheid in het vermogen van belanghebbende zijn alle in handen van één participant.
Tot de bezittingen van belanghebbende behoorden in de onderhavige jaren aandelen in vennootschappen die in Nederland gevestigd zijn. Op de dividenden die door deze vennootschappen zijn uitgekeerd is – per saldo – 15 procent Nederlandse dividendbelasting ingehouden.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van de in 2.2 genoemde Nederlandse dividendbelasting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en tot teruggaaf van dividendbelasting. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.