Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-10-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3245, 23/399 tot en met 23/406

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-10-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3245, 23/399 tot en met 23/406

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
16 oktober 2024
Datum publicatie
11 februari 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:3245
Formele relaties
Zaaknummer
23/399 tot en met 23/406
Relevante informatie
Art. 1.7 Wet IB 2001, Art. 3.82 Wet IB 2001, Art. 18 Wet LB, Art. 7:12 Awb, Art. 8:77 Awb

Inhoudsindicatie

Belastbaarheid van uitkeringen op grond van een invaliditeitspensioen van de [bedrijf] en bijbehorende zogenoemde tax adjustments.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 23/399 tot en met 23/406

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank ZeelandWestBrabant (hierna: de rechtbank) van 6 maart 2023, nummers BRE 21/4059 tot en met 21/40661 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2010 tot en met 2017 opgelegd. Tevens is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht voor de jaren 2010 tot en met 2012 en belastingrente voor de jaren 2014 tot en met 2017.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 5 september 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende en zijn gemachtigde [gemachtigde] , en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.8.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is geboren op [geboortedatum] 1958 en woont in de onderhavige jaren in Nederland.

2.2.

Belanghebbende is werkzaam geweest bij de [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ).

2.3.

Sinds 1 oktober 2009 is belanghebbende arbeidsongeschikt. Hij ontvangt sindsdien een arbeidsongeschiktheidsuitkering (invaliditeitspensioen) van de [bedrijf] . De [bedrijf] betaalt tevens een zogenoemde tax adjustment.

2.4.

Door de [bedrijf] zijn in de onderhavige jaren de volgende totaalbedragen aan belanghebbende betaald aan invaliditeitspensioen en tax adjustments:

Totaal

2010

€ 55.899

2011

€ 54.327

2012

€ 54.742

2013

€ 57.035

2014

€ 58.007

2015

€ 60.316

2016

€ 60.074

2017

€ 61.523

2.5.

Bij de aanslagoplegging over de jaren 2010 tot en met 2012 en de jaren 2014 tot en met 2017 is de inspecteur afgeweken van de ingediende aangiften. De inspecteur heeft over alle jaren het invaliditeitspensioen inclusief tax adjustment aangemerkt als belastbaar inkomen uit werk en woning en heeft daarvoor geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend.

2.6.

Met dagtekening 8 mei 2017 heeft de inspecteur aan belanghebbende een brief gestuurd waarin onder meer staat:

“U heeft een bezwaarschrift ingediend tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het belastingjaar 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 gericht tegen de wijze waarop bij u het ouderdoms- of nabestaandenpensioen van een aangewezen internationale volkenrechtelijke organisatie (hierna: de organisatie) in de belastingheffing is betrokken.

(…)

Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 16 januari 2009, (…) ECLI:NL:HR:2009:BF7264, heeft de Belastingdienst honderden bezwaarschriften van gepensioneerden gericht tegen belastingaanslagen over de jaren 2006 tot en met 2009 ontvangen. De inspecteur heeft de belastingplichtigen, die tijdig bezwaar hebben gemaakt, individuele voorstellen gedaan tot het sluiten van een vaststellingsovereenkomst (hierna: VSO).

(…)

Een VSO is aangeboden aan degenen die een ouderdoms- of nabestaandenpensioen van de organisatie ontvangen, en die tijdig bezwaar hebben gemaakt. Aan degenen die een invaliditeitspensioen genieten, is geen VSO aangeboden.

(…)

Omdat er met betrekking tot de complexe materie en de lastige bewijslast voor de gepensioneerden niets is gewijzigd, heeft de Belastingdienst besloten ook een VSO aan te bieden, indien een bezwaarschrift is ingediend gericht tegen een definitieve aanslag over een belastingjaar na 2009.

(…)

Ik doe u een voorstel tot het sluiten van een VSO.

(…)

Op grond van deze VSO zal het ouderdoms- of nabestaandepensioen (…) voor 2/3 worden betrokken in box 1 en voor 1/3 worden betrokken in box 3.”

2.7.

Tussen partijen is geen VSO tot stand gekomen, omdat belanghebbende geen ouderdoms- of nabestaandenpensioen van de [bedrijf] heeft, maar een invaliditeitspensioen.

2.8.

Tot de stukken van het geding behoort een brief van 29 mei 2023 van [persoon 1] (Chairman) en [persoon 2] (retired head of the Joint Pension Administrative Section) van AAPOCAD (Association of Pensioned Staff of the Coordinated Organisations and their Dependants). In die brief is onder andere het volgende opgenomen:

“Staff members and the Organisation contribute to the pension scheme. The rate of the staff contribution is set so as to represent the cost, in the long term, of one third of the benefits provided under the Rules (…)

(…)

The types of pension payable under the Rules are the following: retirement pension, invalidity pension, survivor’s and reversion pension, and orphan and dependant pension, including family allowances. All aspects of these costs are calculated together and together lead to determination of the percentage of the salary to be paid as contribution to the Scheme.

(…)

Therefore, no distinction in character can be made between retirement pension and an invalidity pension as is done in the Netherlands. (Under the Coordinated Pension Scheme, the distinction exists in any case only in name until the age of 65, when the entitlement to an invalidity pension de facto reverts to the same pension that is then a retirement pension).

(…)

With 1/3 of the cost of benefits being contributed by the Staff, the remainder comes from the contributing Nations that decided in 1974 to compensate taxation by contributing 50% of the tax to be paid on the pension by each pensioner. This is because the pension is a percentage of a net salary, a salary calculated on the basis of comparable salaries in 8 reference Nations after deduction of income and related taxes. The contribution to the pension scheme paid out of this net salary by the staff member is not deductible (in the Netherlands or in most other Nations). This national compensation is paid out as integral part of the pension. The Nations decided on such integral payment instead of opting for a simplified solution, such as, for instance, a deduction in taxation or an individual subvention.

(…)

Interpretation of the Pension Scheme Rules is the prerogative of the Coordinated Organisations that have been accorded exclusive jurisdiction over their own rules as foreseen in International Law which precludes that tax authorities and courts of various Nations that are Party to any of the Organisations come with different opinions on those Rules.”

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. is de uitspraak op bezwaar voldoende gemotiveerd?

2. is de uitspraak van de rechtbank voldoende gemotiveerd?

3. zijn de aanslagen naar de juiste bedragen vastgesteld?

4. indien vraag 3 bevestigend wordt beantwoord, leidt toepassing van het gelijkheidsbeginsel ertoe dat de aanslagen desalniettemin op een lager bedrag dienen te worden vastgesteld?

5. is tot de juiste bedragen heffings- dan wel belastingrente in rekening gebracht?

6. heeft de rechtbank de vergoeding voor immateriële schade op het juiste bedrag vastgesteld?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vermindering van de aanslagen overeenkomstig de door hem gedane aangiften. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing