Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 07-02-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:373, 22/00923
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 07-02-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:373, 22/00923
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 7 februari 2024
- Datum publicatie
- 21 maart 2024
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2022:1374, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 22/00923
Inhoudsindicatie
Art. 2 en art. 51 Wet op de accijns, art. 7 en art. 8 Richtlijn 2008/118/EG (Accijnsrichtlijn).
Naheffingsaanslag in de accijns. Voorhanden hebben is een Unierechtelijk begrip dat Unierechtelijk moet worden uitgelegd. Uit de Accijnsrichtlijn volgt dat een persoon die bij het voorhanden hebben van accijnsgoederen (door een ander) betrokken is, kan worden aangemerkt als de persoon die de verschuldigde accijns moet voldoen. Naar het oordeel van het hof is belanghebbende betrokken bij het voorhanden hebben van onveraccijnsde sigaretten en is de naheffingsaanslag terecht opgelegd. In het midden kan blijven of belanghebbende zelf voorhanden had. Het strafrechtelijk onderzoek jegens belanghebbende is geseponeerd wegens tijdsverloop. In dat geval berust het beëindigen van de strafrechtelijke procedure niet op een oordeel over de (on)schuld van de verdachte. Daarom kan een oordeel van het hof over feiten die ook in de strafzaak aan de orde waren, geen schending opleveren van het vermoeden van onschuld (EHRM 23 oktober 2014, nr. 27785/10, Melo Tadeu).
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 22/00923
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 18 maart 2022, nummer BRE 20/9339, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Douane,
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft een naheffingsaanslag in de accijns over 8 juli 2014 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en nevenbeslissingen gegeven met betrekking tot de vergoeding van schade, het griffierecht en de proceskosten.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 15 december 2023 in ’s-Hertogenbosch. Beide partijen zijn niet verschenen. Voor de zitting hebben belanghebbende, zijn gemachtigde en de inspecteur laten weten dat zij niet zullen verschijnen.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende is gehuwd en woont in ieder geval sinds 2014 in de woning gelegen aan de [adres 1] in [woonplaats] (hierna: de woning).
Tegen belanghebbende is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld, onder meer in verband met het opzettelijk voorhanden hebben van sigaretten die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns (tekst 2014; hierna: de Wet) in de heffing zijn betrokken. Het onderzoek heeft plaatsgehad in de periode van 1 januari 2013 tot en met 8 juli 2014.
In het kader van het onderzoek heeft de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst van de Belastingdienst (hierna: Belastingdienst/FIOD) op 8 juli 2014 onder meer de woning, een loods aan de [adres 2] in [plaats] (hierna: de loods), garagebox 10, gelegen aan de [adres 3] te [plaats] (hierna: garagebox 10) en de auto van belanghebbende, de Dodge Ram Van met kenteken [kenteken 1] (hierna: de auto), doorzocht. Belanghebbende was tijdens de doorzoekingen aanwezig in de loods. In garagebox 10 zijn 460.000 onveraccijnsde sigaretten aangetroffen. In de woning van belanghebbende zijn in totaal 7.260 onveraccijnsde sigaretten aangetroffen.
Garagebox 10 is geen accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 1a, lid 1, onderdeel b, van de Wet.
De Belastingdienst/FIOD heeft ter zake van het onderzoek op 21 mei 2015 een overzichtsproces-verbaal (hierna: OPV) opgemaakt. In het OPV is onder meer het volgende vermeld:
‘4.3.2.2. Feitelijke huurder(s) van de garageboxen nr. 10 en nr. 16
Verdachte [persoon 1] heeft in opdracht van de verdachte [persoon 2] een huurovereenkomst gesloten met [persoon 3] (…) eigenaar van een garagebox met de nummer aanduiding 10 aan de [adres 3] te [plaats] . De huurperiode, ingaande 15 mei 2012, was op verzoek van [persoon 1] steeds per maand.
(…)
4.3.2.2.1 Huurcontract mbt de garagebox nr. 10
In dit huurcontract is te lezen dat een persoon genaamd [persoon 1] (…) op 15 mei 2012 een huuroverkomst heeft gesloten met de eigenaar van de garagebox nr. 10 dhr. [persoon 3] (…).
(…)
4.3.2.2.3 Verklaring getuige [persoon 3] m.b.t het verhuren van de garageboxen 10 en 16
(…)
Aan [persoon 3] werd gevraagd wat de overeengekomen huurprijs was en hoe deze werd betaald, hij antwoordde als volgt:
“Die was € 170,- per maand. In het begin werd dat per bank betaald. Toen [persoon 1] ziek werd moest ik het geld bij de winkel op komen halen of als er toevallig iemand naar de garagebox kwam dan werd daar het geld aan mij overhandigd. Cash ontving ik het geld altijd van [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] .”
(…)
4.3.2.3.5 Aanwezigen in de loods op het moment van de doorzoeking op 8 juli 2014
Op dinsdag 8 juli 2014 werd de loods door de Officier van Justitie en rechercheurs van de FIOD om 11:00 uur betreden voor een doorzoeking. In de loods waren op dat moment de volgende zes personen aanwezig:
[persoon 2] , [persoon 4] , [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] , [persoon 5] , alsmede twee klanten (…).
(…)
4.3.2.4.2 Cameraobservatie
Sinds de plaatsing van de camera in de nabijheid van de garagebox 10 is te zien dat [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] en/of [persoon 5] op verschillende data in de auto van [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] of in de auto van [persoon 2] of met auto’s van derden aan komen aanrijden, voor de garagebox parkeren en/of behulpzaam en/of zelfstandig actief was of waren bij het verplaatsen van goederen in of uit de garagebox 10.
Na het in of uitladen van deze goederen reden ze weg en na enkele minuten verschenen ze weer bij de loods. Ook is te zien dat [persoon 4] nagenoeg dagelijks een of meerdere malen in zijn Opel Vivaro met het Belgisch kenteken [kenteken 2] (vanaf 5 juni 2014 [kenteken 3] ) komt aanrijden voor de garagebox parkeert en vervolgens goederen in of uitlaad. In enkele gevallen werd hij hierbij geholpen door [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] en/of [persoon 5] .
(…)
4.3.2.4.2a Openen van de garagebox nummer 10 (+ container)
Op de camerabeelden is meerdere malen te zien dat [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] en/of [persoon 5] en/of [persoon 4] een sleutel en/of sleutels in hun hand houden en daarmee de roldeur van de garagebox nummer 10 openen.
Op 8 juli 2014 is de Dodge Ram Van voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 4] tnv: [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] , [adres 1] , [postcode] [woonplaats] , doorzocht. Tijdens deze doorzoeking is één sleutelbos, voorzien van een ketting, aangetroffen.
Op 8 juli 2014 is tijdens de doorzoeking van de garagebox 10 vastgesteld dat één sleutel aan de voornoemde sleutelbos toegang gaf tot de garagebox 10 en dat de andere sleutels op de hangsloten pasten die bevestigd waren aan de container in de garagebox 10.
(…)
4.3.2.6 Gebruik van voertuigen
[hof: belanghebbende:] [belanghebbende] en [persoon 5] pendelden nagenoeg dagelijks tussen de garagebox 10 en/of de garagebox 16 en de loods. Ze haalden dan dozen met onveraccijnsde sigaretten en/of dozen of plastic zakken met merkvervalste kleding.
(…)
[hof: belanghebbende:] [belanghebbende] maakte voor de bovengenoemde goederenbewegingen gebruik van een Dodge Ram Van 2.5 CRD voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] . (…)
[hof: belanghebbende:] [belanghebbende] en [persoon 5] gebruikten voor de bovengenoemde goederenbewegingen ook de Mercedes (…) van [persoon 2] en de Peugeot (…) van [persoon 6] . (…)
Daarnaast maakten [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] en [persoon 5] ook gebruik van de auto's die de klanten bij zich hadden. De klant bleef achter bij de loods en een van de verdachten reed dan met de auto van de klant naar de garagebox 10 en/of 16 en laadde de merkvervalste goederen (kleding etc. en/of sigaretten) rechtstreeks in de auto van de klant.
(…)
4.4.3.2.1.4 Videobeelden camera geplaatst bij de garagebox 10
Op de videobeelden is op 21 maart 2014 onder andere waargenomen dat de Opel het terrein oprijdt waar de garagebox nummer 10 is gelegen. Vervolgens is te zien dat de bestuurder de Opel parkeert ter hoogte van de garagebox nummer 10. De bestuurder en de bijrijder stappen uit. De Bestuurder wordt herkend als [persoon 4] en de bijrijder als [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] . Nadat [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] de garagebox heeft geopend rijdt [persoon 4] de Opel achterwaarts in de box. Niet te zien is of er wordt gelost of geladen.
Op de beelden is te zien is dat de ruimte tussen het linker achterwiel en de wielkast groter wordt. Dit lijkt erop dat er voorwerpen uit de laadruimte zijn geladen waardoor de laaddruk op de vering minder is geworden.
(…)
4.4.3.6.3 Camerabeelden garagebox 10
Aan de hand van deze camerabeelden is onder andere te zien dat op donderdag 26 juni 2014:
omstreeks 14:23:41 uur de Opel Vivaro, met het Belgisch kenteken [kenteken 5] (hierna de Opel) aankomt bij de garageboxen aan de [adres 3] ;
omstreeks 14:24:13 uur de Opel geparkeerd wordt naast garagebox 10. Vervolgens is te zien dat als bijrijder de verdachte [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] uitstapt en als bestuurder de [persoon 4] ;
omstreeks 14:24:21 uur [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] de garagebox opent en dat [persoon 4] en [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] samen in totaal 11 dozen vanuit de garagebox laden in de Opel. Vervolgens wordt de garagebox door [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] weer gesloten;
Omstreeks 14:28:43 uur vertrekken [persoon 4] en [hof: belanghebbende:] [belanghebbende] met de Opel.
(…)
4.4.3.10.2.5 Aantal dozen (mastercases) geladen bij de garagebox nummer 10
Hierna is aan de hand van de camerabeelden een overzicht gemaakt van de aantal dozen (mastercases) die door de verdachten zijn geladen bij de garagebox nummer 10 in de periode 19 maart 2014 tot en met 07 juli 2014.
Het betreft een minimale positie van het aantal dozen (mastercases) gelet op het volgende:
- Door de cameraopstelling en de wijze waarop het vervoermiddel voor de garagebox nummer 10 geparkeerd werd, is op de camerabeelden maar gedeeltelijk waargenomen hoeveel goederen er zijn gelost dan wel geladen bij de garagebox nummer 10.
- Het zicht op de activiteiten rond garagebox 10 wordt op momenten gehinderd door passerende treinen.
De aantallen die wel zijn waargenomen staan in het videojournaal vermeld. Hieronder een verkort overzicht van de aantallen dozen per verdachte.
Verdachte |
Geladen dozen (mastercases) |
Aantal sigaretten (minimaal) |
[persoon 4] |
224 224x50 sloffen x 200 = |
2.240.000 |
[hof: belanghebbende:] [belanghebbende] |
275 275x50 sloffen x 200 = |
2.750.000 |
[persoon 5] |
18 18x50 sloffen x 200 = |
180.000 |
Totaal |
517 |
5.170.000 |
(…).’
Het OPV is, na toestemming van de officier van justitie, ter beschikking gesteld aan de inspecteur.
De inspecteur heeft vervolgens de naheffingsaanslag opgelegd voor de 460.000 onveraccijnsde sigaretten die op 8 juli 2014 zijn aangetroffen in garagebox 10, naar een bedrag van € 81.305. Tevens is bij beschikking € 7.118 belastingrente in rekening gebracht. De inspecteur heeft de naheffingsaanslag en de rentebeschikking bij uitspraak op bezwaar gehandhaafd.
Het strafrechtelijk onderzoek jegens belanghebbende is geseponeerd wegens tijdsverloop.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag ten onrechte is vastgesteld.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.