Home

Hoge Raad, 08-10-2010, BJ9089, 09/00172

Hoge Raad, 08-10-2010, BJ9089, 09/00172

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
8 oktober 2010
Datum publicatie
8 oktober 2010
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BJ9089
Formele relaties
Zaaknummer
09/00172

Inhoudsindicatie

Vennootschapsbelasting. Art. 13 Wet Vpb 1969. Earn-outjurisprudentie niet achterhaald door Netwerkorganisatie-arrest.

Uitspraak

Nr. 09/00172

8 oktober 2010

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 december 2008, nr. 07/00220, betreffende een aan X Beheer B.V. te Z (hierna: belanghebbende) opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.

1. Het geding in feitelijke instanties

Aan belanghebbende is voor het jaar 2001 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is verminderd.

De Rechtbank te Arnhem (nr. AWB 06/02571 VPB) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot nihil en het verlies van het jaar 2001 vastgesteld. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

De Staatssecretaris heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 26 augustus 2009 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

3. Beoordeling van het middel

Het Hof heeft geoordeeld dat uit de arresten van de Hoge Raad van 22 november 2002, nr. 36272, LJN AD8488, BNB 2003/34 (het falconsarrest), en van 14 oktober 2005, nr. 41275, LJN AU0841, BNB 2006/7 (het Netwerkorganisatie-arrest), niet voortvloeit dat de zogenoemde earn-outjurisprudentie (onder andere HR 3 maart 1993, nr. 28598, BNB 1993/180) is achterhaald.

Het middel, dat zich tegen dit oordeel richt, faalt, omdat 's Hofs oordeel juist is.

4. Proceskosten

De Minister van Financiën zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en

veroordeelt de Minister van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 966 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer P. Lourens als voorzitter, en de raadsheren C.B. Bavinck, A.R. Leemreis, J.A.C.A. Overgaauw en P.M.F. van Loon, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2010.

Van de Staat wordt ter zake van het door de Staatssecretaris van Financiën ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 448.