Home

Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1378, 13/01704

Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1378, 13/01704

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 juni 2014
Datum publicatie
13 juni 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1378
Formele relaties
Zaaknummer
13/01704

Inhoudsindicatie

Art. 16 AWR. Navordering. Kwade trouw. Vergrijpboete. Pleitbaar standpunt. Is een binnenlands belastingplichtige te kwader trouw als hij stelt dat zijn in Spanje gelegen woning zijn hoofdverblijf is?

Uitspraak

13 juni 2014

nr. 13/01704

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X], domicilie kiezend te [Z] (hierna: belanghebbende), tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 28 februari 2013, nrs. 11/00492, 11/00493 en 11/00494, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 10/2867 en 10/2868) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2004 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven boetebeschikking alsmede tegen de boetebeschikking die is gegeven bij de voor het jaar 2005 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 27 maart 2014 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing