Home

Hoge Raad, 06-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:225, 11/00454

Hoge Raad, 06-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:225, 11/00454

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
6 februari 2015
Datum publicatie
6 februari 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:225
Formele relaties
Zaaknummer
11/00454

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

6 februari 2015

Nr. 11/00454

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van TBG Limited te [Z], Malta (als rechtsopvolger van [A] Holdings N.V.; hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 december 2010, nr. 09/00148, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/5014) betreffende een op aangifte afgedragen bedrag aan dividendbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 19 augustus 2011 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

Belanghebbende heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, schriftelijk gereageerd op het arrest van 5 juni 2014, X B.V. en TBG Limited, gevoegde zaken C-24/12 en C‑27/12, van het Hof van Justitie van de Europese Unie, BNB 2014/187.

De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 2 oktober 2014 nader geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

Belanghebbende heeft schriftelijk gereageerd op de nadere conclusie van de Advocaat-Generaal.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. het heden in de zaak met nummer 11/00453, ECLI:NL:HR:2015:121, tussen dezelfde partijen uitgesproken arrest van de Hoge Raad).

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing