Hoge Raad, 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:579, 14/05505
Hoge Raad, 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:579, 14/05505
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 maart 2015
- Datum publicatie
- 13 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:579
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:4123
- Zaaknummer
- 14/05505
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
13 maart 2015
Nr. 14/05505
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 oktober 2014, nr. 13/00095, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 12/776) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op een verzoek tot herziening van de aangifte op de voet van artikel 78 van het Communautair douanewetboek.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (zie HR 13 maart 2015, nr. 14/04224, ECLI:NL:HR:2015:519).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.