Hoge Raad, 04-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2506, 14/05463
Hoge Raad, 04-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2506, 14/05463
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 4 november 2016
- Datum publicatie
- 4 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2506
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:4016
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2511, Contrair
- Zaaknummer
- 14/05463
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie ongegrond. Zie ook 14/05469.
Uitspraak
4 november 2016
Nr. 14/05463
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X1] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 25 september 2014, nr. 13/00212, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 12/720) betreffende de aan belanghebbende uitgereikte uitnodigingen tot betaling van douanerechten en omzetbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal C.M. Ettema heeft op 18 december 2015 geconcludeerd tot het gegrond verklaren van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2015:2511).
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 14/05469 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.