Hoge Raad, 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2954, 16/03047
Hoge Raad, 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2954, 16/03047
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 december 2016
- Datum publicatie
- 23 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2954
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:4205
- Zaaknummer
- 16/03047
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
23 december 2016
nr. 16/03047
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 31 mei 2016, nr. 15/01212, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/4261) betreffende door belanghebbende op aangifte voldane bedragen aan motorrijtuigenbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (zie HR 18 december 2015, nr. 14/04118, ECLI:NL:HR:2015:3465, BNB 2016/67, en HR 23 december 2016, nr. 15/02137, ECLI:NL:HR:2016:2829).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.