Hoge Raad, 22-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:707, 15/01728
Hoge Raad, 22-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:707, 15/01728
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 april 2016
- Datum publicatie
- 22 april 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:707
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:723
- Zaaknummer
- 15/01728
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
22 april 2016
Nr. 15/01728
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 5 maart 2015, nrs. 14/00042 en 14/00043, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 13/4423 en AWB 13/4424) betreffende aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslagen in de belasting zware motorvoertuigen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 16 oktober 2009, nr. 08/03273, ECLI:NL:HR:2009:BK0249, BNB 2010/128).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.