Hoge Raad, 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3239, 17/02095
Hoge Raad, 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3239, 17/02095
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 december 2017
- Datum publicatie
- 22 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:3239
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:1778
- Zaaknummer
- 17/02095
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
22 december 2017
Nr. 17/02095
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 maart 2017, nr. 15/00808, betreffende een beschikking op een verzoek om terugbetaling van douanerechten.
1 Het eerste geding in cassatie
De uitspraak van het Hof is op het beroep van belanghebbende bij arrest van de Hoge Raad van 30 oktober 2015, nr. 13/01769, ECLI:NL:HR:2015:3178, BNB 2016/32, vernietigd, met verwijzing van het geding naar hetzelfde gerechtshof ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
2 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Zowel de Staatssecretaris van Financiën als de Minister van Veiligheid en Justitie heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door Y.E.J. Geradts, advocaat te Amsterdam.
3 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.