Hoge Raad, 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:845, 15/04228
Hoge Raad, 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:845, 15/04228
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 mei 2017
- Datum publicatie
- 12 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:845
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:899, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:4214, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/04228
Inhoudsindicatie
Douanerechten; posten 8471 en 8543 van de GN; aantekening 3 op afdeling XVI van de GN; tariefindeling van zogeheten CI+ modules; bij het bepalen van de hoofdfunctie van een CI+ module dient rekening te worden gehouden met wat een consument als hoofd- en bijzaak van een CI+ module beschouwt en/of de wijze waarop deze module aan het publiek wordt gepresenteerd.
Uitspraak
12 mei 2017
nr. 15/04228
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 13 augustus 2015, nr. 13/00460, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/507) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op een verzoek om terugbetaling van douanerechten. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal C.M. Ettema heeft op 8 september 2016 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2016:899).
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
Belanghebbende, een douane-expediteur, heeft op 11 december 2011 een aangifte gedaan tot het in het vrije verkeer brengen van zogeheten Common Interface+ modules (hierna: de CI+ modules), afkomstig uit China en geleverd door [B] Co. Ltd. Belanghebbende heeft in de desbetreffende aangifte postonderverdeling 8523 52 10 (“intelligente kaarten”) van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: de GN) als toepasselijke tariefpost vermeld. Ter zake van het in het vrije verkeer brengen van de CI+ modules heeft belanghebbende douanerechten voldaan naar het bij die tariefpost behorende tarief van 3,7 percent.
Naderhand heeft belanghebbende de Inspecteur verzocht om terugbetaling van de betaalde douanerechten op de grond dat de CI+ modules niet in postonderverdeling 8523 52 10 van de GN moeten worden ingedeeld maar als ‘optische lezers’ in postonderverdeling 8471 90 00 van de GN (tarief van douanerechten van 0 percent). De Inspecteur heeft dit verzoek afgewezen.
De CI+ module is een apparaat dat gecodeerde televisiesignalen decodeert, opdat op televisie zichtbare beelden verschijnen. De CI+ module moet door de gebruiker worden geplaatst in een zogenoemd common interface slot van de televisie dat in verbinding staat met de in het televisietoestel ingebouwde digitale ontvanger.
De CI+ module, die afmetingen heeft van ongeveer 10 x 5,5 x 0,5 cm, bevat onder meer een geïntegreerde smartcardlezer. In de CI+ module past een smartcard van aanbieders van digitale televisie, waarop de gegevens zijn opgeslagen over een door de gebruiker met de desbetreffende aanbieder gesloten abonnement op specifieke (digitale) televisiekanalen. Wanneer de smartcard in de CI+ module is geplaatst, leest de CI+ module de op de smartcard opgeslagen gegevens over het abonnement en maakt die module het mogelijk dat ontvangen televisiesignalen vrij van versleuteling binnenkomen op de digitale ontvanger van het televisietoestel en zichtbaar zijn op het televisiescherm.
De smartcard is alleen bruikbaar in combinatie met een CI+ module, die de gebruiker afzonderlijk moet aanschaffen.
De CI+ modules voldoen aan een specifieke internationale standaard en zijn geschikt om te worden geplaatst in een common interface slot van televisietoestellen van diverse merken. De CI+ modules zijn verkrijgbaar bij aanbieders van digitale televisie maar ook in winkels voor consumentenelektronica.
Het Hof heeft - in navolging van de Rechtbank – geoordeeld dat de CI+ modules moeten worden ingedeeld in postonderverdeling 8543 70 90 van de GN (tarief van douanerechten van 3,7 percent) als een andere elektrische machine, apparaat of toestel, met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85 van de GN.
Het Hof heeft vooropgesteld dat de CI+ modules niet zonder smartcard kunnen functioneren, zodat de functie van lezen van de smartcard onlosmakelijk is verbonden met de functie van het voor een bepaalde gebruiker toegankelijk maken van door de aanbieder van digitale televisie aangeboden, versleutelde televisiekanalen.
Uitgaande van toepassing van aantekening 3 op afdeling XVI van de GN heeft het Hof onderzocht welke functie van de CI+ modules de hoofdfunctie vormt. In dat kader heeft het Hof met name onderzocht wat voor de consument hoofd- en bijzaak van de CI+ modules is. Het Hof is tot het oordeel gekomen dat de CI+ modules door de consument in hoofdzaak worden aangeschaft om de door de aanbieder aangebrachte beveiliging op versleutelde digitale televisiesignalen op te heffen en zodoende de desbetreffende televisiekanalen zichtbaar op het beeldscherm te krijgen, en dat het lezen van de smartcard slechts bijzaak is. Dat de aanbieder van digitale televisie de betaling voor een abonnement controleert via de door de gebruiker aangeschafte smartcard, maakt het lezen van de smartcard voor de consument niet tot hoofdzaak bij de beslissing tot aanschaf van een CI+ module. Daarom vormt, aldus het Hof, het opheffen van de beveiliging de hoofdfunctie van de CI+ modules. Daarvan uitgaande heeft het Hof de CI+ modules ingedeeld in postonderverdeling 8543 70 90 van de GN.
Het middel richt zich met een rechtsklacht en motiveringsklachten tegen de hiervoor in 2.2.2, tweede alinea, omschreven oordelen van het Hof. Volgens het middel had het Hof bij het met toepassing van aantekening 3 op afdeling XVI bepalen van de hoofdfunctie van de CI+ modules niet uitsluitend rekening mogen houden met de behoefte van de consument bij dit apparaat maar ook met die van de aanbieder van digitale televisie die belang erbij heeft dat de ontvangst van de televisiesignalen volgens het abonnement plaatsvindt. Vanwege het belang van de leesfunctie moet (ook) de aanbieder als gebruiker van de CI+ modules worden aangemerkt, aldus het middel.
Post 8471 van de GN luidt - voor zover van belang - als volgt:
“8471 Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen:
(…)
8471 90 00 - andere”.
Post 8543 van de GN luidt - voor zover van belang - als volgt:
“8543 Elektrische machines, apparaten en toestellen, met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk:
(…)
8543 70 - apparaten en toestellen
(…)
8543 70 90 - - andere”.
Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI worden machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat ook voor het bepalen van de hoofdfunctie van een machine, toestel of apparaat de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan van belang zijn, alsmede het gebruik waarvoor het is bestemd. In dit verband heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat bij het bepalen van de hoofdfunctie rekening moet worden gehouden met wat voor de consument hoofd- en bijzaak is (vgl. HvJ 14 april 2011, British Sky Broadcasting en Pace, gevoegde zaken C-288/09 en C-289/09, ECLI:EU:C:2011:248, punt 77, en HvJ 11 juni 2015, Amazon, C-58/14, ECLI:EU:C:2015:385, punt 24), en/of met de wijze waarop het product door de fabrikant of verkoper ervan aan het publiek wordt gepresenteerd (vgl. HvJ 25 februari 2016, G.E. Security, C-143/15, ECLI:EU:C:2016:115, punt 54). Het staat ter beoordeling van de rechter in feitelijke instantie om te bepalen welke de hoofd- en de nevenfuncties zijn van een product.
Het Hof heeft onderkend dat de functie van het lezen van de smartcard mede van belang is voor aanbieders van digitale televisie. Aangezien de CI+ modules worden aangeboden aan en gebruikt worden door afnemers van een televisieabonnement, heeft het Hof voor het antwoord op de vraag welke de hoofdfunctie is van de CI+ modules terecht de perceptie van de consument en niet die van aanbieders van digitale televisie de doorslag laten geven. Het middel faalt in zoverre.
Het middel voor het overige kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel in zoverre niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.