Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1623, 18/00825
Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1623, 18/00825
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 september 2018
- Datum publicatie
- 14 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1623
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:92
- Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:RBZWB:2016:3192, Afwijzing
- Zaaknummer
- 18/00825
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 september 2018
Nr. 18/00825
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de erfgenamen van [A], domicilie gekozen hebbende te [Z], (hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 11 januari 2018, nr. 16/00403, op het hoger beroep van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 14/2465) betreffende ten aanzien van belanghebbenden gegeven informatiebeschikking.
1 Geding in cassatie
Belanghebbenden hebben tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij zes middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.