Home

Hoge Raad, 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:460, 17/03481

Hoge Raad, 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:460, 17/03481

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
30 maart 2018
Datum publicatie
30 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:460
Formele relaties
Zaaknummer
17/03481

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

30 maart 2018

Nr. 17/03481

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 juni 2017, nr. 16/00825, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 15/1808) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2011 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 22 januari 2018 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2018:104).

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing