Hoge Raad, 20-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1373, 18/05523
Hoge Raad, 20-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1373, 18/05523
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 september 2019
- Datum publicatie
- 20 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:1373
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:4753
- Zaaknummer
- 18/05523
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 18/05523
Datum 20 september 2019
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE STEENWIJKERLAND
op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 november 2018, nr. 16/03867 betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslagen in de rioolheffing.
1 Het eerste geding in cassatie
Bij arrest van de Hoge Raad van 4 november 2016, nr. 15/03647, ECLI:NL:HR:2016:2495, is vernietigd de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (nr. 14/00543, ECLI:NL:GHARL:2015:4675), met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Den Bosch (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
2 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijk heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
3 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.