Hoge Raad, 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:179, 17/04210
Hoge Raad, 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:179, 17/04210
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 februari 2019
- Datum publicatie
- 8 februari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:179
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:3737
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:1215
- Zaaknummer
- 17/04210
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
8 februari 2019
Nr. 17/04210
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 27 juli 2017, nr. 17/00129, betreffende een aan belanghebbende over het jaar 2007 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake revisierente.
1 Het eerste geding in cassatie
Bij arrest van de Hoge Raad van 17 februari 2017, nr. 16/01006, ECLI:NL:HR:2017:249, is vernietigd de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag (nr. BK-14/01622), met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
2 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 30 oktober 2018 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2018:1215).
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.