Home

Hoge Raad, 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:364, 17/04336

Hoge Raad, 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:364, 17/04336

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 maart 2019
Datum publicatie
15 maart 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:364
Formele relaties
Zaaknummer
17/04336

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

15 maart 2019

Nr. 17/04336

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 september 2017, nr. 16/01337, betreffende aan belanghebbende over de jaren 2006 tot en met 2008 opgelegde navorderingsaanslagen en voor de jaren 2009 en 2010 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente dan wel belastingrente.

1 Het eerste geding in cassatie

Bij arrest van de Hoge Raad van 28 oktober 2016, nr. 15/05890, ECLI:NL:HR:2016:2427, is vernietigd de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (nrs. 14/01009 tot en met 14/01013), met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.

2 Het tweede geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 14 december 2018 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2018:1381)

3 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Proceskosten

5 Beslissing