Hoge Raad, 24-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:819, 18/04813
Hoge Raad, 24-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:819, 18/04813
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 mei 2019
- Datum publicatie
- 24 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:819
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:4234
- Zaaknummer
- 18/04813
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
24 mei 2019
Nr. 18/04813
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 oktober 2018, nr. 16/03574, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 15/1537) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven informatiebeschikking.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Nadere termijn voor het verstrekken van de informatie
Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 20 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2654, zal de Hoge Raad alsnog een termijn stellen waarbinnen belanghebbende kan voldoen aan de verplichtingen voortvloeiende uit de in de informatiebeschikking vermelde vragen. Die termijn wordt gesteld op vier weken, te rekenen vanaf de dag waarop dit arrest is uitgesproken.