Hoge Raad, 10-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1852, 20/03247
Hoge Raad, 10-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1852, 20/03247
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 december 2021
- Datum publicatie
- 10 december 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:1852
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:854
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2020:2278
- Zaaknummer
- 20/03247
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/03247
Datum 10 december 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE AMSTERDAM
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 18 augustus 2020, nrs. 18/00384 tot en met 18/00392 en 18/00394 tot en met 18/003971, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nrs. 17/4119, 17/4121, 17/4122, 17/4123, 17/4124, 17/4126, 17/4128, 17/4129, 17/4130, 17/4141, 17/4142, 17/4143 en 17/4144) betreffende naheffingsaanslagen in de parkeerbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door J. van Gemert, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door [P] , heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 22 september 2021 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie.2
Belanghebbende heeft schriftelijk gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal.
2 Beoordeling van de klachten
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.