Hoge Raad, 07-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1400, 20/02096
Hoge Raad, 07-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1400, 20/02096
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 7 oktober 2022
- Datum publicatie
- 7 oktober 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1400
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2020:1407
- Zaaknummer
- 20/02096
Inhoudsindicatie
Herstelarrest, ter verbetering van het arrest van de Hoge Raad van 15 juli 2022, nr. 20/02096, ECLI:NL:HR:2022:1086.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/02096
Datum 7 oktober 2022
HERSTELARREST
in de zaak van
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
tegen
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
ter verbetering van het arrest van de Hoge Raad van 15 juli 2022, nr. 20/02096, ECLI:NL:HR:2022:1086, gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën en het incidentele beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 26 mei 2020, nr. 18/007271.
1 Het arrest in het geding
De Hoge Raad heeft in deze zaak op 15 juli 2022 arrest gewezen. Nadien heeft de Hoge Raad ambtshalve geconstateerd dat het arrest een misslag bevat die redelijkerwijs voor partijen kenbaar was, en die verbetering behoeft.
In rechtsoverweging 4.3, tweede alinea, eerste volzin, van het arrest van 15 juli 2022 heeft de Hoge Raad het betoog van middel IV als volgt weergegeven:
“Voor zover het middel betoogt dat op de vervaldata niet vaststond of zo goed als zeker was dat de vervallen rentetermijnen geheel of ten dele niet zouden worden betaald, kan het niet tot cassatie leiden, alleen al omdat de Inspecteur dit in hoger beroep niet heeft gesteld.”
Deze weergave berust op een kennelijke misslag, omdat het betoog van middel IV blijkens het beroepschrift in cassatie inhield dat op de vervaldata wel vaststond of zo goed als zeker was dat de vervallen rentetermijnen geheel of ten dele niet zouden worden betaald. Deze misslag zal de Hoge Raad herstellen.
Rechtsoverweging 4.3, tweede alinea, eerste volzin, van het arrest van 15 juli 2022 wordt gewijzigd als volgt:
“Voor zover het middel betoogt dat op de vervaldata vaststond of zo goed als zeker was dat de vervallen rentetermijnen geheel of ten dele niet zouden worden betaald, kan het niet tot cassatie leiden, alleen al omdat de Inspecteur dit in hoger beroep niet heeft gesteld.”
2 Beslissing
De Hoge Raad verbetert het arrest van 15 juli 2022, nr. 20/02096, op de hiervoor in rechtsoverweging 1.3 vermelde wijze.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris, M.A. Fierstra, E.F. Faase en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2022.