Home

Hoge Raad, 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:644, 21/02723

Hoge Raad, 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:644, 21/02723

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
22 april 2022
Datum publicatie
22 april 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:644
Formele relaties
Zaaknummer
21/02723

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/02723

Datum 22 april 2022

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 juni 2021, nr. 20/004931, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 19/1846) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

2.1

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2.2

Opmerking verdient het volgende. Voor zover de klachten ertoe strekken dat inmiddels bekend geworden aanwijzingen voor onrechtmatig gebruik van persoonsgegevens door de Belastingdienst aanleiding moeten zijn om terug te komen van hetgeen de rechter in een eerdere (onherroepelijke) uitspraak heeft beslist, wordt verwezen naar de overwegingen in het arrest van 10 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1748 over het bijzondere rechtsmiddel van herziening.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing