Home

Hoge Raad, 28-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:945, 23/01969

Hoge Raad, 28-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:945, 23/01969

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
28 juni 2024
Datum publicatie
28 juni 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:945
Formele relaties
Zaaknummer
23/01969

Inhoudsindicatie

Onroerendezaakbelastingen; art. 17, leden 3 en 4, Wet WOZ; vaststelling WOZ-waarde van een hotel in aanbouw; invloed omzetbelasting op vervangingswaarde.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/01969

Datum 28 juni 2024

ARREST

in de zaak van

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DEN HAAG

tegen

[X] B.V. (hierna: belanghebbende)

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 22 maart 2023, nr. BK-22/006161, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 21/5472) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2020.

1 Geding in cassatie

1.1

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag (hierna: het College), vertegenwoordigd door [P] , heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende, vertegenwoordigd door K.A.G.M. Domen, heeft een verweerschrift ingediend.
Het College heeft een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.

1.2

De Advocaat-Generaal M.R.T. Pauwels heeft op 20 oktober 2023 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.2
Zowel het College als belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van de klacht

De heffingsambtenaar heeft zich op het standpunt gesteld dat artikel 17, lid 4, van de Wet waardering onroerende zaken aldus moet worden uitgelegd, dat de aan de eigenaar van een gebouwd eigendom in aanbouw in rekening te brengen omzetbelasting steeds tot de (gecorrigeerde) vervangingswaarde van die onroerende zaak behoort, ook als de eigenaar deze belasting in aftrek kan brengen op de door hem verschuldigde omzetbelasting. Het Hof heeft terecht geoordeeld dat dit standpunt onjuist is.3 De daartegen gerichte klacht faalt.

3 Proceskosten

Het College zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

4 Beslissing