Rechtbank Den Haag, 17-12-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:15303, AWB - 15 _ 772
Rechtbank Den Haag, 17-12-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:15303, AWB - 15 _ 772
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 december 2015
- Datum publicatie
- 1 augustus 2022
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2016:3316, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 772
- Relevante informatie
- Artikel 52 AWR, Artikel 52a AWR
Inhoudsindicatie
Art. 52 Awr: administratie voldoet niet aan de eisen; onvoldoende inzicht in gegevens die voor de belastingheffing van belang zijn. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/772
(gemachtigde: mr. F.W. van de Weerdt),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor Rotterdam, verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft met dagtekening 15 augustus 2014 ten aanzien van eiseres met betrekking tot de aangifte vennootschapsbelasting over het jaar 2012 en de aangiften loonbelasting en omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 een informatie-beschikking als bedoeld in artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) vastgesteld.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de informatiebeschikking gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 september 2015.
Namens eiseres is verschenen [A], bijgestaan door mr. [B], kantoorgenoot van de gemachtigde, en [C], boekhouder. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. [D] en [E].
Verweerder heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan eiseres.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres exploiteert onder de handelsnaam [handelsnaam] een juwelierszaak. Naast de verkoop van sieraden en horloges handelt eiseres ook in tweedehands goud en zilver.
2. Op 22 mei 2014 heeft verweerder bij eiseres een integraal actualiteitsbezoek afgelegd. Dit bezoek is in samenwerking met de Politie Rijnmond gepland in verband met de controle op de registratie van de verkoop van duurzame tweedehands gebruiksgoederen. Na het bezoek is in verband met de geconstateerde gebreken ter zake van de administratie- en bewaarplicht van artikel 52 van de Awr aan eiseres met dagtekening 5 juni 2014 een schriftelijke bevestiging uitgereikt van de mondelinge waarschuwing en zijn voor de toekomst afspraken gemaakt. Voorts is aan eiseres onder meer medegedeeld dat op korte termijn een boekenonderzoek zal worden ingesteld. Van het actualiteitsbezoek is op 7 juli 2014 een rapport uitgebracht, dat in afschrift tot de gedingstukken behoort.
3. Op 11 juli 2014 is verweerder gestart met een boekenonderzoek bij eiseres. Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangifte vennootschapsbelasting over het jaar 2012 en de aangiften loonbelasting en omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. In de loop van het onderzoek heeft op 4 augustus 2014 ten kantore van de boekhouder van eiseres een nader gesprek tussen partijen plaatsgevonden over de inrichting van de bedrijfsprocessen bij eiseres. Van het gesprek is met dagtekening 7 augustus 2014 een verslag opgemaakt. Eiseres is daarbij in de gelegenheid gesteld haar opmerkingen over het verslag binnen twee weken aan verweerder kenbaar te maken. Van het boekenonderzoek is op 15 april 2015 een conceptrapport uitgebracht, dat in afschrift tot de gedingstukken behoort.
4. Naar aanleiding van de bevindingen tijdens het actualiteitsbezoek en het boekenonderzoek heeft verweerder met dagtekening 15 augustus 2014 ten aanzien van eiseres een informatiebeschikking vastgesteld wegens het niet voldoen aan het bepaalde in artikel 52 van de Awr. De informatiebeschikking heeft betrekking op de aangifte vennootschapsbelasting over het jaar 2012 en de aangiften loonbelasting en omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.
In de beschikking worden als door verweerder geconstateerde gebreken in de administratie van eiseres - kort samengevat - genoemd:
- de kasadministratie is ondeugdelijk en sluit niet;
- de verkoopadministratie is ondeugdelijk. De volgnummers van de verkoopbonnen volgen niet op elkaar, er ontbreken volgnummers en het komt voor dat meerdere bonnen hetzelfde volgnummer hebben;
- op de inkoopbonnen van sloopgoud ontbreken essentiële gegevens over gewicht, goudgehalte, smeltverlies, prijs per gram en/of het volgnummer van de bon. Daardoor is het onmogelijk een goederenbeweging op te stellen en is de administratie op dat punt oncontroleerbaar;
- er is geen gedetailleerde voorraadadministratie bijgehouden en de voorraad is niet geteld op balansdatum.
Geschil
5. In geschil is of verweerder terecht de informatiebeschikking heeft vastgesteld. Hierbij dient met name de vraag te worden beantwoord of eiseres heeft voldaan aan de administratieplicht van artikel 52 van de Awr.
6. Eiseres voert in beroep allereerst aan dat nu het begrip administratie in de wet niet is gedefinieerd, haar de ruimte is geboden om de administratie naar eigen inzichten in te richten en daarmee aan te passen aan de werkzaamheden van haar onderneming. Eiseres heeft van die ruimte gebruik gemaakt door zelf op de inkoopwerkzaamheden van haar onderneming afgestemde inkoopbonnen te ontwerpen.
Eiseres voert voorts aan dat de wijze waarop het kasboek wordt bijgehouden weliswaar niet gebruikelijk is, maar dat het voor verweerder wel degelijk mogelijk is om hieruit een controle van het aanwezige kasgeld binnen redelijke termijn te herleiden. Het ongebruikelijke karakter van de kasadministratie bestaat erin dat alle mutaties van zowel de kas als de bank als één totaaloverzicht in een excelbestand worden geadministreerd. Verweerder heeft daarop nooit commentaar gehad en eiseres verkeert dan ook in de veronderstelling dat haar wijze van vastlegging voldoet aan de daaraan te stellen wettelijke eisen. Bovendien worden kas en bank wel gescheiden van elkaar in het administratiepakket ingeboekt en zijn de benodigde gegevens dus wel binnen een redelijke termijn door verweerder te herleiden.
Deze eigen vastleggingswijze maakt anders dan verweerder stelt, niet dat sprake is van een ondeugdelijk kasboek. De omstandigheid dat de verkoopbonnen niet zijn voorzien van een uniek nummer en/of niet worden doorgenummerd, staat op zich aan een controle van de omzet niet in de weg, nu een en ander op basis van inkopen kan worden herleid. De omzet van juweliersartikelen in 2012 is dermate klein, te weten ongeveer € 80.000, dat op basis van de inkoopadministratie en de beschikbare verkoopbonnen de volledigheid van de kasomzet vrij eenvoudig is vast te stellen. De totale omzet in 2012 bestaat voor een bedrag van ruim € 1.500.000 uit de door middel van bankbetalingen verrichte in- en verkoop van sloopgoud.
De omstandigheid dat sommige velden op de zelf ontworpen inkoopbonnen niet zijn ingevuld, maakt niet dat de administratieplicht is geschonden nu deze velden niet van essentieel belang zijn en bij de inkoop ook niet - bijvoorbeeld het veld smeltverlies - zijn in te vullen. Op basis van alle inkoopbonnen kan in combinatie met de facturen van de edelmetaalsmelterij zonder meer een goed en volledig beeld worden verkregen van de volledigheid van de omzet.
Er is inderdaad geen gedetailleerde voorraadadministratie bijgehouden, maar er wordt wel een extracomptabel overzicht bijgehouden van de inkopen en omzet per kwartaal, waaruit een voorraadwaarde wordt afgeleid. Eiseres erkent dat er enkele kleine omissies in de administratie zijn aangetroffen, maar deze wettigen niet de conclusie dat niet aan de administratieplicht van artikel 52 Awr is voldaan.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vernietiging van de informatiebeschikking.
7. Verweerder stelt dat er meer mis is met de kasadministratie dan het door eiseres bedoelde gebrek dat de mutaties van de kas en de bank gezamenlijk worden geadministreerd. Verweerder wijst daartoe op paragraaf 3.3 van het controlerapport. Aan de in die paragraaf vermelde opsomming aan gebreken is terecht de conclusie verbonden dat de kasadministratie niet sluitend is en dat de wijze waarop eiseres het kasboek heeft bijgehouden geen enkele controle biedt op het werkelijk aanwezige kasgeld en het volgens het kasboek aanwezige saldo. De kasadministratie voldoet derhalve niet aan de vereisten van artikel 52 van de Awr.
Voorts ontbreken op de inkoopbonnen van het sloopgoud essentiële gegevens waardoor het onmogelijk is om na te gaan welke hoeveelheden aan goud zijn ingekocht. In de voorraadadministratie komt het sloopgoud in het geheel niet voor. Op deze wijze wordt verweerder iedere mogelijkheid ontnomen om te controleren wat er in de onderneming van eiseres met het goud gebeurt. Eiseres stelt weliswaar dat alle verkopen van het sloopgoud via de bank gaan en dat alle inkoopbonnen in de administratie zijn opgenomen, maar dit valt door de gebreken in de administratie op geen enkele wijze te verifiëren. Onder verwijzing naar de rechtsoverwegingen 4.9.2 en 4.9.3 van de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 11 april 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:3141, stelt verweerder voorts dat nu eiseres met het kostbare edelmetaal goud werkt van haar een gedetailleerde wijze van administreren mag worden verwacht. Met betrekking tot de sieraden en horloges is geen verkoop- en voorraadadministratie op stuksniveau aanwezig zodat ook daar niet kan worden achterhaald welke van de ingekochte sieraden en horloges zijn verkocht en welke nog in voorraad zijn. Ook de inkoop- , verkoop- en voorraadadministratie voldoen derhalve niet aan de vereisten van artikel 52 van de Awr.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Beoordeling van het geschil
8. De rechtbank overweegt allereerst dat - anders dan eiseres mogelijk nog meent - de omstandigheid dat op 15 augustus 2014 van het boekenonderzoek nog geen rapport beschikbaar was, verweerder niet ervan hoefde te weerhouden de informatiebeschikking vast te stellen. Ook de omstandigheid dat in het verslag van 7 augustus 2014 eiseres een reactietermijn van twee weken is geboden noopt niet tot een andersluidende conclusie. Voor (de mogelijkheid tot) het vaststellen van onderhavige informatiebeschikking is uitsluitend van belang of verweerder over de informatie beschikte die naar zijn mening de conclusie rechtvaardigt dat aan de administratieplicht van artikel 52 van de Awr niet is voldaan. Voorts bestaat geen rechtsregel op grond waarvan verweerder in het onderhavige geval gehouden was alvorens de informatiebeschikking vast te stellen eiseres van het voornemen daartoe op de hoogte te stellen. Ook overigens moet het eiseres op grond van het actualiteitsbezoek en het tijdens het boekenonderzoek op 4 augustus 2014 gehouden gesprek duidelijk zijn geworden dat verweerder het standpunt inneemt dat de administratie van eiseres niet aan de daaraan ingevolge artikel 52 van de Awr te stellen vereisten voldoet.
9. Niet is in geschil dat eiseres administratieplichtige is in de zin van artikel 52 van de Awr.
10. Ingevolge artikel 52, eerste lid, van de Awr, zijn administratieplichtigen gehouden van hun vermogenstoestand en van alles betreffende hun bedrijf, naar de eisen van dat bedrijf, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk blijken.
Ingevolge artikel 52, zesde lid, van de Awr dient de administratie zodanig te zijn ingericht en te worden gevoerd en dienen de gegevensdragers zodanig te worden bewaard, dat controle daarvan door de inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk is. Daartoe verleent de administratieplichtige de benodigde medewerking met inbegrip van het verschaffen van het benodigde inzicht in de opzet en de werking van de administratie.
11. De rechtbank overweegt dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de administratie van eiseres niet aan de daaraan ingevolge artikel 52 van de Awr te stellen vereisten voldoet. De rechtbank heeft daarbij het volgende in aanmerking genomen. Eiseres stelt terecht dat haar ruimte toekomt haar administratie aan te passen aan de werkzaamheden van haar onderneming, maar deze vrijheid strekt niet zover dat het haar is toegestaan de administratie geheel naar haar eigen inzichten in te richten. Dat eiseres zelf mogelijk van mening is dat zij gelet op de aard van haar onderneming geen behoefte heeft aan een verdergaande vastlegging dan wat zij heeft vastgelegd, is niet relevant. Het gaat gezien het bepaalde in artikel 52 van de Awr erom dat verweerder te allen tijde inzicht kan krijgen in de gegevens die voor de belastingheffing van belang zijn.
12. Voor wat betreft het kasboek heeft verweerder, buiten de door eiseres zelf geconstateerde ongebruikelijkheid van de gezamenlijke vastlegging van kas- en bankmutaties, gewezen op overige gebreken in de administratie als genoemd in het controlerapport. Eiseres heeft de aldaar genoemde gebreken niet, althans onvoldoende weersproken. De rechtbank acht in dit verband in het bijzonder van belang hetgeen in het controlerapport over het ontstaan van een negatieve kas is opgemerkt. Verweerder heeft aan de door hem gesignaleerde gebreken terecht de conclusie verbonden dat de kasadministratie controle op het werkelijk aanwezige kasgeld en het volgens het kasboek aanwezige saldo niet mogelijk maakt.
13. Voor wat betreft de inkoop-, verkoop- en voorraadadministratie heeft verweerder terecht erop gewezen dat op de inkoopbonnen van eiseres voor de heffing van belasting essentiële gegevens ontbreken. De opvatting van eiseres dat zij wordt benadeeld, nu zij zelf bonnen heeft ontworpen, waarop veel meer informatie kan worden ingevuld dan alleen de uit een oogpunt van artikel 52 van de Awr benodigde informatie en haar wordt verweten dat zij die bonnen niet volledig heeft ingevuld, volgt de rechtbank niet. Ook indien eiseres geen gebruik zou hebben gemaakt van door haarzelf vervaardigde inkoopbonnen, had zij in haar administratie de door verweerder bedoelde essentiële gegevens - zoals bijvoorbeeld het gewicht van het ingekochte goud, het gehalte ervan en de (dag)prijs per gram - dienen vast te leggen. Voor zover eiseres nog van mening is dat die niet ingevulde gegevens niet van essentieel belang zijn, kan zij in die opvatting evenmin worden gevolgd. Dat eiseres bij de inkoop van particulier goud door drukte niet in staat zou zijn geweest die gegevens vast te leggen, dient voor haar risico te blijven.
Verweerder heeft voorts op goede gronden het standpunt ingenomen dat de inkoop-, verkoop- en voorraadadministratie van eiseres een controle van de goederenbewegingen binnen haar onderneming onmogelijk maken. Hetgeen eiseres in het beroepschrift en ter zitting heeft aangevoerd maakt het voorgaande niet anders, te minder nu door de gebreken in de administratie de juistheid van de door eiseres geschetste gang van zaken niet kan worden gecontroleerd.
De rechtbank merkt nog op dat zij aan al hetgeen eiseres met betrekking tot het omsmelten van inkoopgoud door edelmetaalsmelterijen heeft aangevoerd voorbijgaat, nu vast staat - althans door verweerder gesteld en door eiseres niet, dan wel onvoldoende weersproken - dat in het onderhavige belastingjaar het omsmelten door eiseres zelf werd verricht.
Voorts laat het ter zitting overgelegde overzicht ‘Mutaties van grootboekrekening: 8200 Verkoop Goud’ in 2012 verkoop zien aan edelmetaalsmelterijen vanaf april 2012 tot einde van het jaar. Daarmee is ongeveer € 140.000 kasomzet gemoeid, hetgeen niet aansluit bij de stelling van eiseres dat slechts € 80.000 via de kas is gegaan.
14. Het vorenstaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat de administratie van eiseres zodanige gebreken vertoont dat aan de administratieplicht van artikel 52 van de Awr niet is voldaan. De informatiebeschikking is derhalve terecht vastgesteld.
Vertrouwensbeginsel
15. Eiseres heeft een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel. Ter zitting heeft zij daartoe, in aanvulling op haar stelling in beroep dat zij in de gerechtvaardigde veronderstelling verkeert dat haar kasadministratie voldoet aan de daaraan te stellen wettelijke eisen, gesteld dat in het verleden voorafgaand aan onderhavig boekenonderzoek ook al eerder controles hebben plaatsgevonden, waarbij over de wijze waarop de kas werd geadministreerd geen opmerkingen zijn gemaakt.
Verweerder heeft ter zitting verklaard geen eerdere controles te hebben aangetroffen die gericht waren op eiseres.
16. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. Tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder, heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat de gestelde eerdere controles hebben plaatsgevonden. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat eiseres haar stelling niet nader met stukken - waartoe de rechtbank onder meer een controlerapport rekent - heeft onderbouwd.
17. Gelet op wat hiervoor is overwogen dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
18. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C.J.A. Huijgens, voorzitter, en mr. M.A. Dirks en mr. E. Kouwenhoven, leden, in aanwezigheid van mr. M.A.H. Strik, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 december 2015.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op: