Home

Rechtbank Den Haag, 13-06-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:9725, AWB - 18 _ 5636

Rechtbank Den Haag, 13-06-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:9725, AWB - 18 _ 5636

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
13 juni 2019
Datum publicatie
20 september 2019
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2019:9725
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 18 _ 5636

Inhoudsindicatie

Aansprakelijkstellingen houden voldoende verband met eisers dienstbetrekking om als negatief loon in aanmerking te kunnen worden genomen. Eiser maakt echter niet aannemelijk dat hij in 2014 ten aanzien van de aansprakelijkstellingen enig bedrag heeft betaald. Eiser kan in 2014 geen bedrag aan negatief loon in aftrek brengen. Eiser kan wel ter zake van de aansprakelijkstellingen op 1 januari 2014 een box 3 schuld ter grootte van de waarde van de bezittingen in aanmerking nemen.

Uitspraak

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 18/5636

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2014 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij de aanslag is belastingrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 10 juli 2018 de aanslag en de belastingrentebeschikking gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 maart 2019.

Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [A] , [B] en [C] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiser was in dienstbetrekking bij Stichting [Stichting] , thans Stichting [Stichting X] ( [Stichting X] ). Eiser bekleedde bij [Stichting X] de functie van “treasury & control manager”, in welke hoedanigheid hij bevoegd was om voor [Stichting X] geldleningsovereenkomsten en derivaatcontracten met banken te sluiten. Eiser sloot binnen [Stichting X] geheel zelfstandig derivaten af voor [Stichting X] en was binnen [Stichting X] de enige die zich op operationeel niveau bezighield met de opbouw en het beheer van de derivatenportefeuille.

2. Eiser maakte voor het afsluiten van derivaten voor [Stichting X] gebruik van de diensten van [D] ( [D] ). [D] fungeerde als een soort tussenpersoon/introducing broker en ontving van een aantal banken een vergoeding (fee) als [Stichting X] een derivaat afsloot. De fees werden betaald per derivaat. Hoe langer de looptijd van het derivaat, hoe hoger de fee. [D] heeft een gedeelte van deze fees aan eiser doorbetaald. Eiser heeft in de periode 2004 tot en met 2010 in totaal € [...] aan fees van [D] ontvangen. Eiser heeft in zijn aangiften IB/PVV over die jaren een bedrag van ten minste

€ [...] aan fees als resultaat uit overige werkzaamheden aangegeven en daarover belasting betaald.

3. Eiser is rond 10 april 2012 aangehouden op verdenking van een aantal strafbare feiten. In het kader van het strafrechtelijk onderzoek en een eventuele verplichting tot betaling in het kader van een ontnemingsvordering is op 10 en 11 april 2002 conservatoir beslag gelegd tot bewaring van het recht tot verhaal tot een maximum geldbedrag van

€ [...].

4. Op 29 mei 2012 is eiser door [Stichting X] op staande voet ontslagen.

5. Op 29 mei 2012 heeft [Stichting X] conservatoir beslag gelegd op de roerende- en onroerende zaken van eiser tot een bedrag van € [...]. Tevens heeft [Stichting X] conservatoir derdenbeslag laten leggen onder de Staat der Nederlanden, zodat [Stichting X] zich tevens kan verhalen op de opbrengsten van de door het OM in beslag en bewaring genomen zaken.

6. De civiele kamer van deze rechtbank heeft bij vonnis van 7 juni 2017 (het vonnis) geoordeeld dat eiser bewust roekeloos heeft gehandeld in de zin van artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat hij aansprakelijk is voor de schade bestaande uit de afkoop van de derivatenportefeuille en dat de omvang van die schade in een afzonderlijke schadestaatprocedure dient te worden vastgesteld. Voorts heeft de rechtbank geoordeeld dat de doorbetaling van de fees voor de derivatentransacties van diverse banken tot schade bij [Stichting X] heeft geleid, omdat [Stichting X] daardoor een hogere prijs betaalde voor de bij deze banken afgesloten derivaten. De rechtbank heeft eiser veroordeeld tot betaling aan [Stichting X] van € [...] aan schade die [Stichting X] - als ‘te veel betaald’ - heeft geleden als gevolg van de doorbetalingen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van dagvaarding (2 november 2012). Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser rechtsgeldig op staande voet is ontslagen. Eiser is door de rechtbank voorts veroordeeld tot betaling aan [Stichting X] van een gefixeerde schadevergoeding als bedoeld in artikel 7:677 van het BW juncto artikel 7:680 van het BW ten bedrage van € [...], vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 mei 2012. De rechtbank heeft eiser tevens veroordeeld in de proceskosten van [Stichting X] tot een bedrag van € [...].

7. Bij exploot van 4 juli 2017 heeft [GERECHTSDEURWAARDERS] gerechtsdeurwaarders de grosse van voormeld vonnis aan eiser betekend, met het bevel om binnen twee dagen na de dag van betekening een bedrag van in totaal € [...] (€ [...] hoofdsom + € [...] gefixeerde schadevergoeding + € [...] rente + € [...] proceskosten + € [...] nasalaris + € [...] kosten exploot) te voldoen.

8. Eiser heeft op 29 januari 2018 ter zake van voormeld vonnis € [...] betaald aan [GERECHTSDEURWAARDERS] gerechtsdeurwaarders.

Aanslagregeling

9. Eiser heeft voor het onderhavige jaar aangifte gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € [...]. Daarbij heeft eiser een bedrag van € [...] als aftrekbare kosten ter zake van het resultaat uit overige werkzaamheden in aanmerking genomen. Verweerder heeft aan eiser een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € [...] en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € [...]. Verweerder heeft daarbij een bedrag van € [...] aan advocaatkosten voor de civielrechtelijke procedures als kosten ter zake van het resultaat uit overige werkzaamheden geaccepteerd en het restantbedrag van de overige door eiser in aftrek gebrachte kosten van

€ [...] gecorrigeerd. Met betrekking tot het box 3 vermogen is verweerder uitgegaan van een bedrag van € [...] aan bezittingen (€ [...] aan banksaldi en € [...] aan beleggingen).

10. In bezwaar heeft eiser een herziene aangifte ingediend, waarbij hij een bedrag van

€ [...] als aftrekbare kosten ter zake van het resultaat uit overige werkzaamheden in aanmerking heeft genomen.

Geschil 11. In geschil is of eiser de in het vonnis opgenomen aansprakelijkstellingen van respectievelijk € [...] (met wettelijke rente) en € [...] (met wettelijke rente) als negatief loon dan wel als negatief resultaat uit overige werkzaamheden (in verband met het vormen van een voorziening). Voorts is in geschil of eiser ter zake van voormelde aansprakelijkstellingen een schuld in box 3 in aanmerking kan nemen.

Beoordeling van het geschil

Box 1

12. Alvorens de vraag te kunnen beoordelen of eiser ter zake van de onderhavige aansprakelijkstellingen een voorziening kan vormen, zal de rechtbank eerst, gelet op de rangorderegeling van artikel 2.14 van de Wet IB 2001, beoordelen of in dit geval sprake is van negatief loon, en zo ja, of in 2014 enig bedrag aan negatief loon in aftrek kan worden gebracht.

13. Uit het vonnis valt op te maken dat de rechtbank de schadevordering ter zake van de doorbetalingen van de fees aan artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (rechtsoverweging 6.144) heeft getoetst, dat de rechtbank heeft geoordeeld dat eiser onrechtmatig heeft gehandeld jegens [Stichting X] (rechtsoverweging 6.150) en dat de rechtbank op die grond eiser heeft veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van

€ [...] (rechtsoverwegingen 6.197, 6.200 en 7.3). De rechtbank heeft echter in rechtsoverweging 6.203 van het vonnis tevens geoordeeld dat voormelde schadevordering evenzeer op grond van artikel 7:661 van het BW toegewezen kan worden en dat eiser opzettelijk schade heeft toegebracht in de zin van die bepaling. Nu in artikel 7:661 van het BW is bepaald dat de werknemer die bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schade toebrengt aan de werkgever jegens de werkgever aansprakelijk is indien die schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid, brengt dit naar het oordeel van de rechtbank mee dat de verplichting tot betaling van de onderhavige schadevergoeding, naast het onrechtmatig handelen van eiser, ook haar oorzaak vindt in de wijze van vervulling van eisers dienstbetrekking bij [Stichting X] . De onderhavige aansprakelijkstelling houdt dan ook voldoende causaal verband met eisers dienstbetrekking om als negatief loon in aanmerking te kunnen worden genomen (vgl. Hoge Raad 27 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7257).

14. Ook voor wat betreft de gefixeerde schadevergoeding is de rechtbank van oordeel dat deze haar oorzaak vond in de vervulling van eisers dienstbetrekking bij [Stichting X] . De vergoeding vloeit op grond van 7:677 van het BW immers voort uit het ontslag op staande voet, dat in het vonnis rechtsgeldig is geoordeeld. De aansprakelijkstelling ten aanzien van de gefixeerde schadevergoeding houdt dan eveneens voldoende causaal verband met eisers dienstbetrekking om als negatief loon in aanmerking te worden genomen.

15. Negatief loon kan pas in aanmerking worden genomen in het jaar waarin dat is betaald. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in 2014 ten aanzien van de onderhavige aansprakelijkstellingen - behoudens niet aftrekbare advocaatkosten - enig bedrag heeft betaald. Dit brengt mee dat eiser in 2014 geen bedrag aan negatief loon in aftrek kan brengen.

16. Nu, naar hiervoor is overwogen, de onderhavige aansprakelijkstellingen als negatief loon kwalificeren, komt de rechtbank niet meer toe aan de beoordeling van de vraag of het bedrag van de aansprakelijkstellingen als negatief resultaat uit overige werkzaamheden dient te worden aangemerkt.

Box 3

17. Op 1 januari 2014 beschikte eiser over bezittingen waarop conservatoire beslagen rustten. Naar het oordeel van de rechtbank dienen deze bezittingen (van in totaal € [...]) ondanks de daarop rustende beslagen tot de rendementsgrondslag te worden gerekend (vgl. Hoge Raad 14 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BG4235).

18. Daarentegen kan eiser naar het oordeel van de rechtbank op 1 januari 2014 wel een schuld ter zake van de aansprakelijkstellingen in aanmerking nemen. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat eiser ook in dat jaar al wist dat hij onrechtmatig jegens [Stichting X] had gehandeld. Daarnaast was eiser al in 2012 door [Stichting X] gedagvaard voor de aansprakelijkstellingen en was in 2012 een strafrechtelijk onderzoek naar eiser gestart. Eiser wist dan ook op 1 januari 2014 dat hij naar alle waarschijnlijkheid aansprakelijk zou worden gesteld. Aldus bestond er op 1 januari 2014 een (zij het op termijn) juridisch afdwingbare en voldoende bepaalbare verplichting, waarmee bij de rendementsgrondslag rekening kan worden gehouden.

19. Voor de waardering van die verplichting acht de rechtbank van belang dat eiser uiteindelijk voor meer dan € [...] aansprakelijk is gesteld, dat de exacte omvang van de beslagen niet duidelijk is en dat de uit de aansprakelijkstellingen voortvloeiende schuld in ieder geval groter is dan het totale bedrag van de beslagen. De rechtbank acht de kans op 1 januari 2014 dat eiser uiteindelijk aansprakelijk zou worden gesteld, mede gelet ook op het latere vonnis van 7 juni 2017, 100%. Daarnaast schat de rechtbank de kans op enige betaling van de aansprakelijkstelling in verband met de beslagen vrij hoog in. Het vorenstaande brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat eiser op 1 januari 2014 een schuld ter zake van de aansprakelijkstellingen in aanmerking kan nemen en dat die schuld in dit geval niet hoger kan zijn dan de waarde van de bezittingen ter grootte van € [...]. Het belastbare inkomen uit sparen en beleggen dient dan ook te worden verminderd naar nihil.

Belastingrente

2Eiser heeft tegen de in rekening gebrachte belastingrente geen gronden ingebracht. Nu de aanslag wordt verminderd, dient de in rekening gebrachte belastingrente overeenkomstig de vermindering van de aanslag te worden verminderd.

Slotsom

21. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dient het beroep gegrond te worden verklaard.

Proceskosten

22. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de aanslag in zoverre dat het belastbare inkomen uit sparen en beleggen op nihil wordt vastgesteld en vermindert de belastingrentebeschikking dienovereenkomstig;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. de Hek, voorzitter, en mr. E.I. Batelaan-Boomsma en mr. A.D. van Riel, leden, in aanwezigheid van mr. U.A. Salomons, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2019.

griffier voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel