Rechtbank Gelderland, 12-08-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:5341, AWB 21/2718
Rechtbank Gelderland, 12-08-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:5341, AWB 21/2718
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 12 augustus 2022
- Datum publicatie
- 26 september 2022
- Zaaknummer
- AWB 21/2718
- Relevante informatie
- Art. 4 lid 2 onderdeel a Wet OB 1968, Art. 67c AWR, Par. 24 BBBB 1998
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Correcties privégebruik auto. Achteraf door belanghebbende opgemaakte kilometeroverzichten zijn een schatting en bevatten bovendien onjuistheden en omissies, terwijl ook de uitgaven voor het privégebruik gedeeltelijk zijn geschat. In die omstandigheden mocht de Belastingdienst het privégebruik corrigeren op basis van het forfait van 2,7% van de cataloguswaarde, omdat dit geacht moet worden een redelijke schatting te zijn in de zin van het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:711.
Uitspraak
in de zaak tussen
en
Procesverloop
Bij uitspraak van 23 april 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de voor het tijdvak 1 januari 2015 tot en met 31 december 2017 opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting van € 4.365, de beschikking verzuimboete van € 413 en de beschikking belastingrente van € 581 ongegrond verklaard.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 juli 2022.
Namens eiseres is de gemachtigde verschenen. Namens verweerder zijn verschenen [persoon A] en [persoon B] .
Overwegingen
1. Eiseres is een vennootschap onder firma met twee vennoten: [vennoot 1] en haar partner [vennoot 2] . Eiseres is actief in de zakelijke dienstverlening, waarbij de
activiteiten zijn gericht op het organiseren van evenementen en het geven van advies op het gebied van publieke en nationale veiligheid.
2. Eiseres beschikt door middel van een leasecontract over auto’s die aan de vennoten ter beschikking worden gesteld. Over de jaren 2015 tot en met 2017 gaat het om de volgende auto’s.
Jaar |
Auto |
Kenteken |
2015 |
1. BMW 3-serie 2. Volvo V40 |
[kenteken] |
2016 |
1. BMW 3-serie 2. Volvo V40 3. Volvo V70 4. BMW 3-serie |
[kenteken] |
2017 |
1. Volvo V70 2. BMW 3-serie |
[kenteken] [kenteken] |
3. Verweerder heeft in 2020 een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting voor de jaren 2015 tot en met 2017. Tijdens het boekenonderzoek heeft eiseres kilometeroverzichten aan verweerder overgelegd.
4. De bevindingen van het boekenonderzoek zijn vastgelegd in een controlerapport. In het controlerapport heeft verweerder geconcludeerd dat de auto’s voor privédoeleinden zijn gebruikt, zodat voor het privégebruik omzetbelasting is verschuldigd. Bij de correcties is uitgegaan van het forfait van 2,7% van de cataloguswaarde.
5. Naar aanleiding van het controlerapport heeft verweerder een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 4.365. Het gaat om een correctie voor de jaren 2015 tot en met 2017 van respectievelijk € 1.215, € 1.601 en € 1.549. Tegelijkertijd heeft verweerder een verzuimboete opgelegd van € 413 en een beschikking belastingrente van € 581.
6. In geschil is de hoogte van de correctie voor het privégebruik van de auto’s. Ook de verzuimboete is in geschil. Het geschil over de correcties gaat in beroep alleen nog om de correcties voor de BMW 3-serie met kenteken [kenteken] en de Volvo V70 met kenteken [kenteken] .
7. Verweerder is van mening dat de door eiseres overgelegde kilometeroverzichten gezien de vastgestelde gebreken onvoldoende betrouwbaar zijn, zodat het privégebruik terecht is vastgesteld op 2,7% van de cataloguswaarde conform de goedkeuring van de staatssecretaris van Financiën.1 Eiseres is van mening dat de kilometeroverzichten, ondanks enkele gebreken, voldoende nauwkeurig zijn om het werkelijke privégebruik vast te stellen, wat lager uitkomt dan het forfait. Zij stelt recht te hebben op een vermindering van de naheffingsaanslag met € 2.087.
8. De rechtbank oordeelt als volgt. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de vaststelling van de omvang van de uitgaven voor het privégebruik moet berusten op de werkelijke verhouding tussen het privégebruik en het zakelijk gebruik. Uit het arrest van de Hoge Raad van 21 april 20172, volgt dat eiseres concrete gegevens omtrent de werkelijke verhouding tussen beide categorieën van gebruik moet aanleveren.
9. Eiseres heeft gegevens aangeleverd, maar in dit geval is geen sprake van een bijgehouden kilometeradministratie met diverse onderliggende vastleggingen, maar is sprake van een achteraf opgestelde schatting. Eiseres heeft bovendien de door verweerder benoemde omissies en onjuistheden in de kilometeroverzichten niet betwist, zodat deze vaststaan. Daarnaast klopt de berekening van de vermindering door gemachtigde van eiseres niet, omdat in de berekening alleen het woon-werkverkeer is meegeteld als privégebruik, terwijl uit de kilometeroverzichten volgt dat er ook buiten het woon-werkverkeer om sprake is geweest van privéritten. Verder heeft gemachtigde de uitgaven voor het privégebruik gedeeltelijk geschat op basis van gemiddeld verbruik en gemiddelde brandstofprijzen.
10. Het gevolg van het voorgaande is dat eiseres geen betrouwbare gegevens heeft overgelegd waaruit is af te leiden in hoeverre de auto’s voor privédoeleinden zijn gebruikt en ook niet welke uitgaven daarmee gemoeid waren. Onder deze omstandigheden heeft verweerder terecht de vanwege het privégebruik van de auto verschuldigde omzetbelasting vastgesteld op 2,7% van de catalogusprijs. Dit forfait moet bij gebreke van door eiseres overgelegde concrete en betrouwbare gegevens namelijk geacht worden een redelijke schatting van de uitgaven voor het privégebruik te zijn, zoals bedoeld in het genoemde arrest van de Hoge Raad van 21 april 2017. Eiseres heeft namelijk ook niet voldoende gegevens aangevoerd die aannemelijk maken dat de uitgaven voor privégebruik in redelijkheid op een lager bedrag moeten worden bepaald.3 De bestreden correcties zijn dus terecht aangebracht en ze zijn niet te hoog.
11. Verweerder heeft een verzuimboete van € 413 opgelegd omdat eiseres de belasting die op aangifte moet worden voldaan gedeeltelijk niet heeft betaald.4 Eiseres heeft aangevoerd dat de boete moet worden gematigd, omdat de onderneming in verband met de coronacrisis in financieel zwaar weer verkeert. Verweerder heeft deze stelling betwist met verwijzing naar de gerealiseerde omzetten in 2021.
12. Voor het matigen van de boete vanwege financiële omstandigheden ziet de rechtbank geen aanleiding. Eiseres heeft namelijk niet onderbouwd dat zij op dit moment de boete niet kan betalen. De algemene stelling dat sprake is geweest van een omzetdaling tijdens de coronacrisis, is onvoldoende onderbouwing, mede gelet op het feit dat de omzetten inmiddels weer hoger zijn en de opgelegde boete in absolute zin van geringe omvang is. De rechtbank acht de hoogte van de opgelegde verzuimboete ook passend en geboden.
12. De conclusie is dat het beroep tegen de naheffingsaanslag en de boete ongegrond is.
12. Eiseres heeft tegen de beschikking belastingrente geen zelfstandige beroepsgronden aangevoerd. Het beroep is ook in zoverre ongegrond.
12. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.M. Smit, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R.A. Jackson, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: |
||
griffier |
rechter |
|
Afschrift verzonden aan partijen op: |
||
Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer). Als het een Rijksbelastingzaak betreft (dat is een zaak waarbij de Belastingdienst partij is), dan kunt u digitaal beroep instellen via www.rechtspraak.nl. Daar klikt u op “Formulieren en inloggen”. Daarna kiest u hoe u wilt verdergaan (als burger, als organisatie of als professional). Vervolgens kiest u als burger voor Rijksbelastingen. Als organisatie en als professional kiest u voor Bestuursrecht. Daarna kunt u (met DigiD of met E-herkenning) inloggen voor Hoger beroep rijksbelastingen op Mijn Rechtspraak. In Mijn rechtspraak kiest u voor “Nieuwe zaak indienen”, zaaksoort “Rijksbelastingen” en als gerecht en behandellocatie “Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden“. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds per brief. Betreft het een andere belastingzaak (bijvoorbeeld een zaak over onroerendezaakbelastingen (WOZ)), dan kan het hoger beroep uitsluitend worden ingesteld door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Bij het instellen van het hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen: 1 - bij het hogerberoepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd; 2 - het hogerberoepschrift moet, indien het op papier wordt ingediend, ondertekend zijn. Verder moet het ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. de datum van verzending; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld; d. de redenen waarom u het niet eens bent met de uitspraak (de gronden van het hoger beroep). |