Home

Rechtbank Gelderland, 22-05-2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2859, AWB - 22 _ 2343

Rechtbank Gelderland, 22-05-2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2859, AWB - 22 _ 2343

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
22 mei 2023
Datum publicatie
31 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2023:2859
Zaaknummer
AWB - 22 _ 2343
Relevante informatie
Art. 11 lid 6 Wet OB 1968, Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. In geschil is of ten tijde van de levering van het perceel sprake was van onbebouwde grond en daarmee van een bouwterrein. Partijen verschillen met name van mening over de vraag of de aanwezige bebouwing verwaarloosbaar is of niet. Op het perceel waren ten tijde van de levering een monumentale theekoepel, een asfaltpad, een verharding en een fietsenstalling aanwezig. Na de levering zijn de verharding, het asfaltpad en de fietsenstalling die op het perceel stonden verwijderd. De theekoepel is op het perceel blijven staan. Deze mocht door zijn monumentale status ook niet worden verwijderd. De rechtbank oordeelt dat de aard en omvang van de op het perceel aanwezige bebouwing zo gering is, dat deze als verwaarloosbaar moet worden beschouwd. Ten tijde van de levering was daarom sprake van onbebouwde grond. Het beroep tegen de naheffingsaanslag is ongegrond. Wel vernietigt de rechtbank de verzuimboete, omdat zij tot het oordeel komt dat sprake is van een pleitbaar standpunt. Het beroep tegen de verzuimboete is gegrond.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 22/2343

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van

in de zaak tussen

[eiseres] , uit [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht, verweerder.

Inleiding

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep