Rechtbank Noord-Holland, 23-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:6965, AWB - 19 _ 2315
Rechtbank Noord-Holland, 23-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:6965, AWB - 19 _ 2315
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 23 juli 2020
- Datum publicatie
- 7 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:6965
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2021:3139, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 19 _ 2315
Inhoudsindicatie
Vpb. Eiseres heeft een positief valutaresultaat behaald op schulden aan in Argentinië gevestigde vennootschappen, waarin zij, via haar gevoegde dochtermaatschappij, belangen houdt. In geschil is of het behaalde positieve valutaresultaat op grond van artikel 10a, derde lid, onderdeel a, van de Wet Vpb bij het bepalen van de belastbare winst in aanmerking moet worden genomen. De rechtbank komt tot het oordeel dat dit niet het geval is omdat de belastingplichtige een beroep dient te doen op de tegenbewijsregeling van artikel 10a, derde lid, onderdeel a, van de Wet Vpb om de consequenties van het eerste lid te ontgaan. Hiervan is in het onderhavige geval geen sprake.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 19/2315
(gemachtigde: H. van Dobbenburgh),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Grote ondernemingen, kantoor Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2015 een aanslag vennootschapsbelasting (aanslagnummer [#] ) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 2.288.112. Daarbij heeft verweerder tevens een beschikking belastingrente vastgesteld op een bedrag van € 85.634.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslag en de beschikking belastingrente.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag en de beschikking gehandhaafd.
Eiseres heeft tegen voornoemde uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Het beroep is bij de rechtbank geregistreerd met het zaaknummer HAA 19/2315.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juni 2020 te Haarlem.
Eiseres is vertegenwoordigd door haar gemachtigde en zijn kantoorgenoot mr. R. Huuskes. Namens verweerder zijn verschenen mr. [A] , mr. [B] en mr. [C] .
Overwegingen
Feiten
Algemeen
1. Eiseres is onderdeel van de [D] , een beursgenoteerd bedrijf dat is gespecialiseerd in informatiediensten en -producten, vooral in de financiële, juridische, fiscale, medische en wetenschappelijke sectoren.
2. Eiseres is moedermaatschappij van een fiscale eenheid in de zin van artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) waarin [E] B.V. ( [E] ) is gevoegd als dochtermaatschappij.
3. Eiseres houdt, via haar gevoegde dochtermaatschappij [E] , de volgende belangen in in Argentinië gevestigde vennootschappen:
- -
-
100% van de aandelen in [F] (" [F] ");
- -
-
30% van de aandelen in [G] (" [G] "). De overige 70% van de aandelen [G] worden gehouden door [F] ;
- -
-
51% van de aandelen in [H] (" [H] "). De overige 49% van de aandelen in [H] worden gehouden door [G] .;
- -
-
51% van de aandelen in [I] , (" [I] "). De overige 49% van de aandelen in [I] worden gehouden door [G] .
4. Eiseres heeft in 2014 kapitaalstortingen verricht in [H] en [I] . Deze kapitaalstoringen is eiseres renteloos schuldig gebleven. De kapitaalstortingen en de daarmee verband houdende schulden luiden in Argentijnse Peso. Eiseres doet aangifte vennootschapsbelasting in Euro.
5. De kapitaalstorting in [H] vond plaats op 22 december 2014. De met de kapitaalstorting samenhangende schuld bedroeg per 31 december 2014 Peso 27.749.333. Gedurende 2015 zijn de volgende betalingen gedaan door eiseres, ter gedeeltelijke voldoening van deze schuld:
- -
-
een betaling van Peso 7.150.349 op 10 maart 2015; en
- -
-
een betaling van Peso 4.430.000 op 11 mei 2015.
Het restant van Peso 16.168.984 is eiseres gedurende het jaar 2015 schuldig gebleven.
6. De kapitaalstorting in [I] vond plaats op 22 december 2014. De met de kapitaalstorting samenhangende schuld bedroeg per 31 december 2014 Peso 105.499.352. Gedurende 2015 zijn de volgende betalingen gedaan door de fiscale eenheid, ter gedeeltelijke voldoening van deze schuld:
- -
-
een betaling van Peso 8.642.000 op 9 februari 2015;
- -
-
een betaling van Peso 18.515.573 op 10 maart 2015; en
- -
-
een betaling van Peso 4.412.500 op 20 april 2015.
Het restant van Peso 73.929.279 is de fiscale eenheid gedurende het jaar 2015 schuldig gebleven.
7. In 2015 heeft eiseres op de uitstaande schulden aan [H] en [I] een positief valutaresultaat gerealiseerd van in totaal € 1.795.728. Gezien het verband tussen de uitstaande schulden en de hiervoor genoemde kapitaalstortingen in [H] en [I] heeft eiseres een positief valutaresultaat van € 1.789.512 niet in aanmerking genomen bij het vaststellen van haar belastbare winst op grond van artikel 10a, eerste lid, van de Wet Vpb.
8. In 2015 heeft eiseres een bedrag aan rente betaald van € 214.083 dat op grond van artikel 10a, eerste lid, van de Wet Vpb niet aftrekbaar is. Per saldo heeft eiseres op grond van artikel 10a, eerste lid, van de Wet Vpb het volgende bedrag buiten aanmerking gelaten bij het berekenen van haar belastbare winst.
Valutawinst: € 1.789.512Betaalde rente (af): -/- 214.083
Saldo: € 1.575.429
9. Eiseres heeft in de aangiften vennootschapsbelasting 2014 en 2015 geen beroep gedaan op de tegenbewijsregeling van artikel 10a, derde lid, van de Wet Vpb. De op
28 april 2017 ingediende aangifte vennootschapsbelasting 2015 vermeldt een belastbaar bedrag van € 2.980.195.
10. Naar aanleiding van de ingediende aangifte vennootschapsbelasting 2015 is een nadere voorlopige aanslag vennootschapsbelasting opgelegd. De verschuldigde vennootschapsbelasting bedraagt € 735.048. Over de periode van 1 juli 2016 tot en met
8 juli 2017 is een bedrag van € 19.650 belastingrente in rekening gebracht.
11. Op 22 juni 2017 heeft eiseres een herziene aangifte vennootschapsbelasting 2015 ingediend, met een belastbaar bedrag van € 504.837.
12. Naar aanleiding van de herziene aangifte vennootschapsbelasting 2015 heeft verweerder de voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting verminderd tot een bedrag van in totaal € 116.208. Op de eerdere voorlopige aanslag is op 17 juli 2017 een bedrag van € 378.619 terugbetaald. Op het terugbetaalde bedrag is geen belastingrente vergoed. De eerder in rekening gebrachte belastingrente is terugbetaald.
13. Bij het opleggen van de aanslag vennootschapsbelasting 2015 is verweerder afgeweken van de ingediende aangifte vennootschapsbelasting en is de belastbare winst verhoogd met een bedrag van € 1.783.275 en de aanslag vastgesteld naar een belastbaar bedrag van € 2.288.112. Het bedrag van € 1.783.275 waarmee de belastbare winst is verhoogd, is als volgt samengesteld.
Niet in aanmerking genomen bedrag ex artikel 10a van de Wet Vpb: € 1.575.429
In aftrek gebracht liquidatieverlies: € 207.846Totaal: € 1.783.275
14. Over het jaar 2015 is bij beschikking van 13 oktober 2018 € 85.634 belastingrente in rekening gebracht, berekend over de periode 1 juli 2016 tot en met 24 november 2018.
15. Een e-mail van 13 april 2018 van mevrouw [J] , tax director van eiseres, in reactie op vragen van verweerder naar aanleiding van de aangifte vennootschapsbelasting 2015, bevat de volgende toelichting op de kapitaalstortingen in [H] en [I] :
“The capital contributions in LATAM are requested from time to time by the subsidiaries for additional working capital, which is provided through capital contributions by the shareholder [E] . We make physical bank transfers only when funds are needed to make immediate payments (for salaries, to pay some bills etc.). Cash management does not allow to transfer the funds to countries within LATAM and to keep them on local bank accounts due to the sovereign risk carried by LATAM countries.
Additionally the legal compliance around capital contributions in LATAM is significant so from local point of view the subsidiaries of Dutch entity in LATAM prefer to resolve one capital contribution periodically and not for each funding needed (it would be almost impossible to manage the registration and compliance process).”