Rechtbank Noord-Holland, 12-05-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:4900, 20/6079
Rechtbank Noord-Holland, 12-05-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:4900, 20/6079
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 12 mei 2023
- Datum publicatie
- 26 mei 2023
- Formele relaties
- Prejudiciële vraag aan: ECLI:NL:HR:2024:1177
- Zaaknummer
- 20/6079
- Relevante informatie
- Art. 7:6 Adw, Art. 8:2 Adw, Art. 15 lid 1 onderdeel c Wet OB 1968, Art. 18 Wet OB 1968, Art. 22 Wet OB 1968
Inhoudsindicatie
Douanekamer. De rechtbank stelt préjudiciële vragen aan de Hoge Raad in verband met het in rekening brengen van rente op achterstallen.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/6079
tussenuitspraak van de meervoudige douanekamer van 12 mei 2023 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres
(gemachtigden: G. Kiliç en C. Mouwen)
en
de Inspecteur van de Belastingdienst, Douane Breda, verweerder.
Procedure
Op 3 december 2019 heeft verweerder aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) uitgereikt voor een bedrag van in totaal € 1.038.833,05 (€ 148.981,44 aan invoerrechten,
€ 879.065,27 aan btw en € 10.786,34 aan rente op achterstallen).
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar het door eiseres gemaakte bezwaar afgewezen.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Op 5 januari 2023 heeft eiseres de rechtbank per e-mail bericht, waarvan aan verweerder kopie is gezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 januari 2023 te Haarlem. Namens eiseres zijn verschenen haar gemachtigden voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. [naam 1] en mr. [naam 2] .
Op 8 maart 2023 heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van de rechtbank prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Verweerder heeft gereageerd, een afschrift van die reactie is aan eiseres gestuurd.