Home

Rechtbank Rotterdam, 15-01-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:305, ROT 22/5168 en ROT 22/5169

Rechtbank Rotterdam, 15-01-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:305, ROT 22/5168 en ROT 22/5169

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
15 januari 2024
Datum publicatie
22 januari 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2024:305
Zaaknummer
ROT 22/5168 en ROT 22/5169

Inhoudsindicatie

Wet WOZ; ongegrond; de omstandigheden betreffende de ligging gelden ook voor de vergelijkingsobjecten en zijn daarmee verdisconteerd in de WOZ-waarde; de waarde wordt gebaseerd op wat de meestbiedende koper in de reële markt biedt, de heffingsambtenaar hoefde geen correcties toe te passen voor wat-als-scenario’s; van een waardedrukkend effect van schaduwwerking van flats en asbestdeeltjes is niet gebleken; niet aannemelijk gemaakt dat de transactieprijs van adres3 marktconform is; voldoende rekening gehouden met de staat van het onderhoud; met de dakopbouw van adres4 hoefde de heffingsambtenaar geen rekening te houden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummers: ROT 22/5168 en ROT 22/5169

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

(gemachtigde: [naam 1] ),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam

(gemachtigde: mr. S. van der Vlegel).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiser tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van 19 september 2022.

1.1.

De heffingsambtenaar heeft de waardes van [adres 1]

(woning 1) en [adres 2] (woning 2) als volgt vastgesteld:

-

zaaknummer ROT 22/5168, woning 1, belastingjaar 2022, waardepeildatum 1 januari 2021, € 181.000,-;

-

zaaknummer ROT 22/5169, woning 2, belastingjaar 2022, waardepeildatum 1 januari 2021, € 332.000,-.

Met deze waardevaststellingen is aan eiser ook tweemaal een aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Rotterdam opgelegd voor het belastingjaar 2022.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft de bezwaren van eiser ongegrond verklaard. De heffingsambtenaar heeft daarbij de WOZ-waardes gehandhaafd.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft op de beroepen gereageerd met verweerschriften.

1.4.

Partijen hebben aanvullende stukken ingediend.

1.5.

De rechtbank heeft de beroepen op 6 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, en de gemachtigde van de heffingsambtenaar, vergezeld van [naam 2] , taxateur.

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep