Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-08-2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:5806, AWB-12_5839

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-08-2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:5806, AWB-12_5839

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
2 augustus 2013
Datum publicatie
12 september 2013
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2013:5806
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-12_5839
Relevante informatie
Inkomstenbelasting, vragen en antwoorden uitgaven voor levensonderhoud van kinderen, buitengewone uitgaven, weekenduitgaven voor gehandicapten, scholingsuitgaven en Zorgverzekeringswet [Tekst geldig vanaf 06-11-2009] [Regeling ingetrokken per 2009-11-06]

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft in het onderhavige jaar aanpassingen aan de eigen woning laten verrichten in verband met de handicap van de inwonende moeder van zijn partner. Hij maakt naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk dat dit op medisch voorschrift is geschied, zodat de kosten niet als buitengewone uitgaven aftrekbaar zijn.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Procedurenummer AWB 12/5839,

uitspraak van 2 augustus 2013

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Oost-Brabant, kantoor Eindhoven,

de inspecteur.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van de inspecteur van 24 september 2012 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan hem over het jaar 2009 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.569 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 889 (aanslagnummer [nummer].H.96) en de bij gelijktijdige beschikking in rekening gebrachte heffingsrente van € 818.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 juli 2013 te Eindhoven. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende en namens de inspecteur, [verweerder].

1 Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

2 Gronden

2.1.

Ter zitting heeft belanghebbende een medische verklaring overgelegd, opgemaakt op 24 april 2013 door Gezondheidscentrum [gezondheidscentrum], alwaar de moeder van zijn partner woonde voordat zij, in het onderhavige jaar, bij belanghebbende en zijn partner ging wonen.

2.2.

Tussen partijen is in geschil of belanghebbende in aanmerking komt voor aftrek van buitengewone uitgaven in verband met aanpassingen aan de eigen woning vanwege de handicap van de inwonende moeder van zijn partner. De inspecteur bestrijdt niet dat de moeder van de partner van belanghebbende gehandicapt was.

2.3.

De rechtbank overweegt dat de kosten in verband met aanpassingen aan de eigen woning vanwege een handicap, op grond van artikel 6.17, tweede lid, onderdeel a van de Wet IB 2001, alleen voor aftrek in aanmerking komen als deze aanpassingen hebben plaatsgevonden op medisch voorschrift. De bewijslast rust in dit opzicht op belanghebbende omdat hij zich beroept op feiten die leiden tot een vermindering van de verschuldigde belasting (vergelijk: Hoge Raad 24 juni 2011, nr. 09/03304, gepubliceerd op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:HR:2011:BP2239).

2.4.

De rechtbank overweegt verder dat de in 2.3 bedoelde bepaling aldus moet worden uitgelegd dat een medisch voorschrift moet zijn gegeven vóórdat de aanpassingen aan de eigen woning zijn uitgevoerd. Anders dan de inspecteur meent, behoeft het medisch voorschrift niet al voor de aanpassingen aan de eigen woning op schrift te zijn gesteld. De in 2.3 bedoelde bepaling stelt immers geen eisen aan de verschijningsvorm van het medisch voorschrift.

2.5.

Anders dan belanghebbende meent, is een medische verklaring niet voldoende nu de wet een medisch voorschrift als voorwaarde voor aftrek stelt. Naar het oordeel van de rechtbank is belanghebbende niet geslaagd in de op hem rustende bewijslast dat een medisch voorschrift (al dan niet mondeling) is gegeven vóórdat de aanpassingen aan de eigen woning zijn doorgevoerd. Zulks temeer, nu belanghebbende ter zitting uitdrukkelijk heeft verklaard dat de aanpassingen aan de eigen woning op eigen initiatief zijn uitgevoerd en dat destijds geen overleg met een arts heeft plaatsgevonden.

2.6.

De rechtbank is van oordeel dat de heffingsrente is berekend met inachtneming van het bepaalde in artikel 30f van de AWR. Tekst en strekking van artikel 30f voornoemd bieden geen ruimte in een geval als het onderhavige het in rekening brengen van heffingsrente achterwege te laten of te matigen. Onder omstandigheden kunnen het zorgvuldigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel of het vertrouwensbeginsel er weliswaar toe leiden dat de berekening van heffingsrente achterwege blijft of beperkt wordt, maar belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat één van voornoemde beginselen is geschonden.

2.7.

Gelet op het vorenstaande is het beroep ongegrond verklaard.

2.8.

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Deze uitspraak is gedaan op 2 augustus 2013 door mr. W.A.P. van Roij, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. I. van Wijk, griffier.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: 6 augustus 2013

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,

5201 CZ ’s-Hertogenbosch.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.

Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.