Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 08-10-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:5155, AWB - 19_6333 tot en met AWB - 19_6338 en AWB - 19_6710 en AWB - 19_6711
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 08-10-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:5155, AWB - 19_6333 tot en met AWB - 19_6338 en AWB - 19_6710 en AWB - 19_6711
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 8 oktober 2020
- Datum publicatie
- 10 juli 2023
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2022:131, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 19_6333 tot en met AWB - 19_6338 en AWB - 19_6710 en AWB - 19_6711
- Relevante informatie
- Art. 6:9 Awb, Art. 3.2 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Deze uitspraak is op verzoek gepubliceerd.
IB/PVV, Zvw, navorderingsaanslagen, omkering en verzwaring van de bewijslast, vereiste aangifte
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 19/6333, 19/6334, 19/6335, 19/6336, 19/6337, 19/6338, 19/6710 en 19/6711.
uitspraak van 8 oktober 2020
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] , wonende te [plaats 1] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (Zvw) (de (navorderings)aanslagen) en beschikkingen belastingrente (de belastingrente) opgelegd:
- -
-
Voor het jaar 2012 een navorderingsaanslag IB/PVV berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.814 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.921 en een beschikking belastingrente van € 682 (aanslagnummer [aanslagnummer] .H.27.01);
- -
-
Voor het jaar 2012 een navorderingsaanslag Zvw berekend naar een bijdrage-inkomen van € 17.131 en een beschikking belastingrente van € 163 (aanslagnummer [aanslagnummer] .W.27.01.4);
- -
-
Voor het jaar 2013 een navorderingsaanslag IB/PVV berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.408 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.322 en een beschikking belastingrente van € 2.037 (aanslagnummer [aanslagnummer] .H.37.01);
- -
-
Voor het jaar 2013 een navorderingsaanslag Zvw berekend naar een bijdrage-inkomen van € 37.725 en een beschikking belastingrente van € 338 (aanslagnummer [aanslagnummer] .W.37.01.4);
- -
-
Voor het jaar 2014 een aanslag IB/PVV berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.107 en een beschikking belastingrente van € 902 (aanslagnummer [aanslagnummer] .H.46.01);
- -
-
Voor het jaar 2014 een aanslag Zvw berekend naar een bijdrage-inkomen van € 30.015 en een beschikking belastingrente van € 48 (aanslagnummer [aanslagnummer] .W.46.01.4);
- -
-
Voor het jaar 2015 een aanslag IB/PVV berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 18.719 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.573 en een beschikking belastingrente van € 206 (aanslagnummer [aanslagnummer] .H.56.01);
- -
-
Voor het jaar 2015 een aanslag Zvw berekend naar een bijdrage-inkomen van € 15.000 en een beschikking belastingrente van € 61 (aanslagnummer [aanslagnummer] .W.56.01.4).
De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de (navorderings)aanslagen en de belastingrente verminderd.
Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende in de zaak met nummer 19/6333 een griffierecht geheven van € 47 en in de zaak met nummer 19/6710 een griffierecht van € 47. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2020 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, vergezeld van zijn gemachtigde, M.L.M. Hoeben, verbonden aan Hoeben Belastingadvies te Nederweert en namens de inspecteur, [inspecteur] .
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Volgens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van 16 januari 2018 drijft belanghebbende sinds 1 april 2007 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Onder de handelsnamen [A] en [B] bestaan de activiteiten volgens genoemd uittreksel uit:
‘Handelsonderneming in roerende goederen, hoofdzakelijk caravans, tevens montagebedrijf. Export dienstverlening van voertuigen voor derden.’
De inspecteur heeft bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld, waarvan met dagtekening 26 maart 2018 een rapport (het rapport) is uitgebracht. Het rapport luidt, voor zover van belang:
‘1-1 Reikwijdte van het onderzoek
Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangiften:
• Inkomstenbelasting over de jaren 2012 tot en met 2014;
• Omzetbelasting over de tijdvakken 1-1-2012 tot en met 31-12-2016.
Uitbreiding onderzoek
Maandag 11 december 2017 heb ik belastingplichtige en zijn adviseur medegedeeld
dat de controle wordt uitgebreid met het beoordelen van de aanvaardbaarheid van
de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2016.
Voor het jaar 2015 waar nog geen aangifte inkomstenbelasting voor is ingediend zal
een ambtshalve aanslag worden vastgesteld.
De belastingplichtige en zijn adviseur gaan hiermee akkoord.
(…)
Bedrijfsactiviteiten
De bedrijfsactiviteiten bestaan uit de in- en verkoop van gebruikte caravans;
Het verkopen van caravan movers en caravan accessoires.
Volgens [belanghebbende] zijn er geen werknemers in dienst.
(…)
Internet/website
[belanghebbende] maakt gebruik van de volgende website: [www.A.nl]
Deze website is informatief en men kan een afspraak maken voor de aan- en
verkoop van een caravan.
(…)
Algemeen
Voor de jaren 2012 tot en met 2014 zijn aangiften inkomstenbelasting ingediend.
In deze aangiften is de zelfstandigenaftrek geclaimd en is de rubriek eigen woning
gebruikt.
Op de vraag waarom voor wat betreft de onderneming alleen de zelfstandigenaftrek
is geclaimd reageert de adviseur met de opmerking: ''dan zal het vinkje voor die
rubriek wel hebben aangestaan".
Waarom er geen balans en verlies en winstgegevens zijn opgevoerd in de aangiften
blijft onduidelijk. De adviseur geeft hier geen verklaring voor.
Hoe de aangeleverde kolommenbalans 2012 en de resultatenoverzichten 2012 en
2013 tot stand zijn gekomen, kon de adviseur niks over vertellen. Hij had ze in ieder
geval niet zelf gemaakt volgens eigen zeggen. Op de kolommenbalans 2012 en de
resultatenoverzichten 2012 en 2013 staat de naam van het [advieskantoor]
(betreft [advieskantoor] te [plaats 2] ), dit is de voorgaande werkgever van [persoon]
.
Voor het jaar 2015 is tot op heden geen aangifte inkomstenbelasting ingediend.
Deze zal ambtshalve worden vastgesteld.
Voor het jaar 2016 is op dinsdag 21 november 2017, tijdens het boekenonderzoek,
een aangifte inkomstenbelasting ingediend.
Tijdens het gesprek op maandag 11 december 2017 heb ik aangegeven de controle
te zullen uitbreiden en de aangifte inkomstenbelasting 2016 te zullen beoordelen.
Voor het jaar 2015 zal een fiscale winstberekening worden gemaakt.
[belanghebbende] en zijn adviseur gaan hiermee akkoord.
(…)
Berekening opbrengsten en inkoopwaarde
Omdat de aangeleverde administratie niet verwerkt is in een financiële administratie
en in de aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2012 tot en met 2014 de
omzetten en de kosten van de onderneming niet zijn aangegeven, heb ik aan de
hand van de ingekochte caravans en de daar tegenoverstaande verkopen een
omzetberekening gemaakt om vervolgens tot een fiscale winstberekening te komen.
Verder hebben wij gebruik gemaakt van de aangeleverde overzichten van de in- en
verkopen caravans, de inkoopverklaringen en de aanwezige verkoopfacturen.
Voor wat betreft de kosten zijn we uitgegaan van de aangeleverde
kolommenbalansen 2012 en de resultatenrekeningen 2012 en 2013 en het
kostenoverzicht 2e tot en met 4e kwartaal 2014 waarbij de mutaties per maand niet
zijn meegenomen.
Een aantal kosten hebben we steekproefsgewijs beoordeeld aan de hand van
aanwezige facturen.
Voor het jaar 2015 is geen aangifte inkomstenbelasting ingediend.
Voor het jaar 2016 is een aangifte inkomstenbelasting ingediend.
Wij hebben aan de hand van de ingekochte caravans en de daar tegenoverstaande
verkopen een omzetberekening gemaakt om vervolgens tot een fiscale
winstberekening 2016 te komen.
Verder heb ik gebruik gemaakt van de aangeleverde overzichten van de in- en
verkopen caravans, de inkoopverklaringen en de aanwezige verkoopfacturen.
Aan de hand van de aanwezige verkoopfacturen hebben we de omzet verwerkt in
een Excel overzicht.
• Voor het jaar 2012 zijn facturen uitgereikt met factuurnummers 1201 tot en
met 1286.
• Voor het jaar 2013 zijn facturen uitgereikt met factuurnummers 1301 tot en
met 1375.
• Voor het jaar 2014 zijn facturen uitgereikt met factuurnummers 1401 tot en
met 1482.
• Voor het jaar 2015 zijn facturen uitgereikt met factuurnummers 1501 tot en
met 1556.
• Voor het jaar 2016 zijn facturen uitgereikt met factuurnummers 1601 tot en
met 1689.
De facturen zijn doorlopend genummerd en voldoen aan de formele eisen.
Berekening en beoordeling kosten
Voor wat betreft de kosten ben ik uitgegaan van de aangeleverde kostenoverzichten
over de jaren 2014, 2015 en 2016 waarbij de aanschafkosten van de Mercedes niet
als kosten mee worden genomen en waarbij de mutaties per maand niet zijn
meegenomen. Voor de 'mutaties per maand' zijn geen kostenfacturen aanwezig, het
betreft een mutatie en geen kosten.
Een aantal kosten heb ik steekproefsgewijs beoordeeld aan de hand van aanwezige
facturen.
Resultaten berekening en beoordeling omzet, inkoopwaarde en kosten
(…)
Voor de jaren 2014 tot en met 2016 zijn voor wat betreft de kosten, niet
meegenomen de mutaties per maand die vermeld staan op de door de adviseur
aangeleverde kostenoverzichten van respectievelijk totaal € 7.383, € 10.615 en
€ 15.116. Voor deze bedragen zijn geen kostenfacturen aanwezig, het betreft een
mutatie en geen kosten. Voor het jaar 2016 is ook de aanschaf van de Mercedes
bedrijfsauto ten bedrage van € 47.705 niet meegenomen als zijnde kosten (deze
moet geactiveerd worden).
In de aangifte 2016 is als arbeidsbeloning fiscale partner een bedrag van € 9.000
opgevoerd. Tijdens het onderzoek en gesprekken die gevoerd zijn met [belanghebbende]
is niet gebleken dat de echtgenote van [belanghebbende] werkzaamheden
verricht in de onderneming. [belanghebbende] heeft duidelijk aangegeven dat alleen
zijn vader werkzaamheden verricht in de onderneming gratis en om niet.
De kosten arbeidsbeloning fiscale partner worden dan ook niet geaccepteerd.
Box 3
In het onderstaand overzicht is het Box 3 vermogen vermeld volgens de systemen
van de Belastingdienst. Deze zijn niet aangegeven in de aangiften 2012 tot en met
2015 en worden derhalve gecorrigeerd.
` 2012 2013 2014 2015 2016
Rabo € 8.802 € 19.483 € 24.294 € 16.207 € 30.906
Effecten € 106.508 € 105.867 € 107.706 € 104.459 € 105.938
Totaal € 115.310 € 125.350 € 132.000 € 120.666 € 136.844’
In de uitspraken op bezwaar is de inspecteur gedeeltelijk aan de bezwaren tegemoetgekomen door alsnog voor ieder jaar de zelfstandigenaftrek te accepteren.
3 Geschil
In geschil is het antwoord op de volgende vragen:
1. Zijn de (navorderings)aanslagen naar de juiste bedragen opgelegd?
2. Dient hierbij voor de jaren 2012, 2013 en 2014 de bewijslast te worden omgekeerd en verzwaard omdat belanghebbende de vereiste aangiften niet heeft gedaan?
Belanghebbende beantwoordt de vragen ontkennend en de inspecteur bevestigend.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.
Tussen partijen is na de zitting van de rechtbank niet meer in geschil dat:
1. De navorderingsaanslagen IB/PVV 2012 en Zvw 2012 tijdig zijn opgelegd.
2. Wat betreft de aanslagen IB/PVV 2015 en Zvw 2015 de bewijslast dient te worden omgekeerd en verzwaard omdat er geen aangifte is ingediend. Tevens is er terecht een verzuimboete van € 369 opgelegd.
3. Belanghebbende recht heeft op een immateriëleschadevergoeding van € 500 in verband met de overschrijding van de redelijke termijn, te betalen door de inspecteur.