Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4801, 22/665

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4801, 22/665

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
10 juli 2023
Datum publicatie
27 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:4801
Zaaknummer
22/665
Relevante informatie
Art. 8.1 Wet IB 2001, Art. 8.3 Wet IB 2001, Art. 8.11 Wet IB 2001, Art. 8 Wfsv, Art. 12 Wfsv

Inhoudsindicatie

Algemene heffingskorting en arbeidskorting

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 22/665 en 22/666

[belanghebbende], uit [plaats] (Hongarije), belanghebbende,

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende in verband met de aan hem opgelegde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2018 en 2019.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 48.809. Bij het opleggen van de aanslag is rekening gehouden met een arbeidskorting van € 2.221. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur € 496 belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Voor het jaar 2019 heeft de inspecteur een aanslag IB/PVV aan belanghebbende opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.749. Bij het opleggen van de aanslag is rekening gehouden met een algemene heffingskorting van € 812 en een arbeidskorting van € 1.719.

1.3.

De inspecteur heeft naar aanleiding van een verzoek van belanghebbende voor het jaar 2018 het belastbaar inkomen uit werk en woning nader vastgesteld op € 35.926. Daarnaast is voor het jaar 2018 de arbeidskorting verhoogd naar € 2.6841. De belastingrentebeschikking is verminderd naar € 218. Voor het jaar 2019 is bij uitspraak op bezwaar het belastbaar inkomen uit werk en woning nader vastgesteld op € 30.849. Daarnaast is de algemene heffingskorting verlaagd naar € 770 en is de arbeidskorting van € 1.719 gehandhaafd.

1.4.

De rechtbank heeft de beroepen op 8 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen namens de inspecteur [inspecteur] en [inspecteur]. Belanghebbende en zijn gemachtigde hebben zich voor de zitting afgemeld.

Prorogatie

Verminderingsbeschikkingen

Tussenconclusie/omvang geschil

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep