Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23-08-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5875, BRE 22/331

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23-08-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5875, BRE 22/331

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
23 augustus 2023
Datum publicatie
4 september 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:5875
Zaaknummer
BRE 22/331
Relevante informatie
Art. 47 AWR, Art. 49 AWR, Art. 52 AWR, Art. 52a AWR

Inhoudsindicatie

Aan een V.O.F. die op 1 januari 2019 is opgehouden te bestaan, is door de inspecteur in 2021 een informatiebeschikking gegeven. De rechtbank is van oordeel dat vanaf het moment dat de V.O.F. niet meer bestaat, het niet mogelijk is om aan haar nog informatieverplichtingen op te leggen in de zin van artikel 52a van de AWR (vgl. Hoge Raad van 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:542). De inspecteur was daarom, naar het oordeel van de rechtbank, niet bevoegd om de informatiebeschikking te geven aan de V.O.F..

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 22/331

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 augustus 2023 in de zaak tussen

(De voormalig vennoten van) [V.O.F.], opgehouden te bestaan op 1 januari 2019 en voorheen gevestigd te [vestigingsplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. S. Yadegari),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de aan [V.O.F.] (de vof) gegeven informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De rechtbank begrijpt het beroepschrift zo dat de voormalig vennoten op naam van de vof tegen de informatiebeschikking opkomen.

1.1.

De rechtbank heeft het beroep gelijktijdig met de zaaknummers BRE 22/332 tot en met BRE 22/334 op 25 juli 2023 op zitting behandeld. Aan die zitting hebben deelgenomen namens eiser: haar gemachtigde, de heer [vennoot 1] en mevrouw [naam ] . Namens de inspecteur hebben aan de zitting deelgenomen: de heer mr. [inspecteur 1] , mevrouw mr. [inspecteur 2] , de heer [inspecteur 3] en de heer mr. [inspecteur 4] .

Beoordeling door de rechtbank

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep