Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28-08-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6008, 22/1985

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28-08-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6008, 22/1985

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
28 augustus 2023
Datum publicatie
8 september 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:6008
Zaaknummer
22/1985
Relevante informatie
Art. 7 lid 1 Wet OB 1968, Art. 15 lid 1 Wet OB 1968, Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

BRE 22/1985 t/m BRE 22/1987. Ontvankelijkheid beroep; ontvankelijkheid bezwaar; OB aftrek voorbelasting houdstervennootschap; verzuimboetes.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 22/1985 tot en met BRE 22/1987

[belanghebbende] B.V., gevestigd in [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: drs. B.A.H. den Haan RB),

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 24 februari 2022, 25 maart 2022 en (de toelichting op de uitspraak op bezwaar van) 8 maart 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 28 augustus 2021 respectievelijk 29 augustus 2021 de volgende naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd en bij gelijktijdige beschikkingen de volgende bedragen aan belastingrente in rekening gebracht en verzuimboetes opgelegd:

Zaaknummer

8500.84.830

Jaar

Naheffing

Belastingrente

Verzuimboete

22/1985

F.01.6501

2016

€ 75.134

€ 13.117

€ 5.278

22/1986

F.01.7501

2017

€ 11.222

€ 1.510

€ 1.122

22/1987

F.01.8501

2018

€ 11.971

€ 1.132

€ 1.197

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag 2016 en de bijbehorende beschikkingen wegens termijnoverschrijding (kennelijk) niet-ontvankelijk verklaard. De inspecteur heeft het bezwaar tegen de naheffingsaanslag 2017 en de bijbehorende beschikkingen gegrond verklaard en een vermindering verleend. Het bezwaar tegen de naheffingsaanslag 2018 en de bijbehorende beschikkingen is ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft tegen alle voornoemde beslissingen beroep ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft de beroepen op 3 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur, [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en drs. [inspecteur 3] .

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep