Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6088, BRE 21/2832 t/m 21/2842
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6088, BRE 21/2832 t/m 21/2842
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 30 augustus 2024
- Datum publicatie
- 9 september 2024
- Zaaknummer
- BRE 21/2832 t/m 21/2842
- Relevante informatie
- Art. 28c Iw 1990, Art. 30 Iw 1990, Art. 5a Wet OB 1968
Inhoudsindicatie
de rechtbank is van oordeel dat belanghebbende recht heeft op vergoeding van invorderingsrente als bedoeld in artikel 28c Invorderingswet over de periode 1 januari 2015 tot en met 31 augustus 2018.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 21/2832 tot en met 21/2842
[belanghebbende] , gevestigd te [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. [naam 1] ),
en
de ontvanger van de Belastingdienst, de ontvanger.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de in één geschrift vervatte beroepen van belanghebbende tegen de in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van de ontvanger van 15 juni 2021.
De ontvanger heeft in zijn uitspraken op bezwaar de afwijzende beschikking van 8 april 2021 met betrekking tot het toekennen van een rentevergoeding op grond van artikel 28c Invorderingswet 1990 (IW 1990) gehandhaafd.
Belanghebbende is in beroep gegaan. De ontvanger heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen op 9 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende haar gemachtigde [naam 1] en namens de ontvanger [naam 2] en [naam 3] .