NTFR 2022/860 - We. are. faxed.

NTFR 2022/860 - We. are. faxed.

mMW
mr. M.B. WeijersAdvocaat te Amsterdam en verbonden aan de RU en UvA.
Bijgewerkt tot 3 maart 2022

Sinds 1 februari jl. behoort faxen met de Rechtspraak tot het verleden (NTFR 2021/3309). Dat is niet omdat de fax overbodig is, maar omdat KPN stopt met de dienstverlening. Iets met technologische vooruitgang. Daarmee is voor de fiscale beroepsgroep definitief een einde gekomen aan het faxtijdperk. Bij de Belastingdienst was faxen trouwens al vrijwel onmogelijk, aangezien de nog bestaande faxnummers de afgelopen jaren stapsgewijs werden geblokkeerd.

Communiceren met de Belastingdienst anno 2022

Hoewel afschaffing van de fax geen verbazing zal wekken, is digitaal communiceren met de Belastingdienst anno 2022 nog niet wat het zou moeten zijn. Anders dan bij de Rechtspraak het geval is, is het bijvoorbeeld niet mogelijk de Belastingdienst formele berichten (al dan niet versleuteld) te e-mailen,1 terwijl het digitale portaal van de Belastingdienst daartoe vooralsnog maar voor een beperkt aantal gevallen is opengesteld. Voor het overgrote deel van het formele berichtenverkeer – zoals bezwaarschriften en officiële verzoeken – zijn belastingplichtigen en hun gemachtigden dus op de postbezorging aangewezen.

Het probleem is echter dat de kwaliteit van de postbezorging de afgelopen jaren ondermaats is gebleken.2 Er vinden steeds vaker vertragingen plaats en ook raken poststukken regelmatig zoek. Een enkele keer worden die dan in de woonkamer van een postbezorger teruggevonden, zo bleek recentelijk in Eindhoven.3 Maar ook binnen de Belastingdienst raken (aangetekende) poststukken weleens kwijt.4 Dat levert onmogelijke discussies op. In de gevallen waarin ik al weet wie de zaak zal gaan behandelen, probeer ik dat te ondervangen door een kopie van mijn bericht ook per e-mail te sturen. Dat levert af en toe een reprimande op (‘u weet toch dat dit niet de bedoeling is’), maar die onderga ik dan lijdzaam. Lastiger wordt het echter als de behandelaar niet bekend is. In dat geval is men op de BelastingTelefoon aangewezen, maar de medewerkers daar kunnen in dit soort gevallen doorgaans vrijwel niets betekenen.

Dat zou makkelijker moeten kunnen

In de praktijk is het erg belangrijk om op eenvoudige wijze zeker te kunnen stellen dat een bericht de Belastingdienst tijdig heeft bereikt en wie de behandelaar daarvan is. Elbert pleitte al voor een systeem waarin de ontvangst van berichten wordt aangetekend en (bij voorkeur) kan worden gevolgd.5 Booij deed vervolgens een vergelijkbare oproep.6 Die mogelijkheid is inmiddels al een jaar lang ‘in onderzoek’.7 Wel heeft de Belastingdienst aangekondigd de komende jaren alle papieren formulieren digitaal te zullen maken.8 Dat is een goede stap vooruit. Ik zou willen voorstellen daarbij goed te kijken of die formulieren kunnen worden geïncorporeerd in reeds bestaande digitale kanalen. Ik noem bijvoorbeeld de melding betalingsonmacht, die in beginsel binnen twee weken na het overschrijden van de betaaltermijn moet worden gedaan. Daarvoor is momenteel een apart formulier voorgeschreven, maar wat mij betreft zou die melding in het overgrote deel van de gevallen via de aangifte moeten kunnen plaatsvinden. Een aan te vinken hokje ‘ik betaal niet vanwege betalingsonmacht’ (zo nodig gevolgd door een aantal aanvullende vragen) zou daarvoor voldoende zijn. Daarmee is dan niet alleen de Belastingdienst terstond op de hoogte van de betalingsproblemen van de vennootschap, maar wordt bovendien de praktische rechtsbescherming van de bestuurder verbeterd.

Onmogelijkheden

Bij de verwezenlijking van dit alles doet zich echter het probleem voor dat de Belastingdienst het de belastingplichtige op digitaal vlak slechts in beperkte zin ‘makkelijker kan maken’. Zo schijnt het onmogelijk te zijn om ogenschijnlijk eenvoudige aanpassingen binnen afzienbare tijd door te voeren. Een van de oorzaken daarvan zou de veroudering van de ICT-systemen zijn, waaraan een groot deel van de capaciteit opgaat. Tijdens de technische briefing van de vaste commissie voor Financiën van de Tweede kamer bleek bijvoorbeeld dat met de modernisering van de systemen voor de omzetbelasting en de loon- en inkomensheffing nog zeker een periode van vijf à zes jaar zal zijn gemoeid.9 Eventuele wijzigingen zouden bij voorkeur daarop moeten wachten. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom de voorgestelde verlaging van de btw op groente en fruit naar 0% op de lange baan werd geschoven.10 Boven op het probleem van de verouderde systemen komt vervolgens het gebrek aan gekwalificeerd ICT-personeel. Als gevolg daarvan laten ook wijzigingen in systemen die al wél gemoderniseerd zijn, langer op zich wachten. Recentelijk bleek bijvoorbeeld dat het uitzetten van het jubelton-vinkje in de aangifte schenkbelasting ongeveer twee jaar in beslag gaat nemen.11 Dat is niet al te best.12 Ik zwijg dan overigens nog maar over de termijn die in het vooruitzicht werd gesteld voor de overstap van een forfaitair naar een reëel stelsel van vermogensrendementsheffing.

Are we …?

Zo alles overziend is de digitale bereikbaarheid van de Belastingdienst niet het enige probleem; integendeel. Wat dat betreft is het goed dat het budget van de Belastingdienst voor de inkoop van ICT-capaciteit voor de komende vier jaar flink is vergroot. Laten we hopen dat dit goed wordt besteed. Want laten we eerlijk zijn: dat we anno 2022 nog geen adequate vervanging voor de fax hebben, stemt niet gerust.

Andere artikelen in deze aflevering