Hof hoeft niet ambtshalve hoge puntwaarde voor kosten bezwaar toe te kennen

Hof hoeft niet ambtshalve hoge puntwaarde voor kosten bezwaar toe te kennen

Gegevens

Nummer
2025/531
Publicatiedatum
21 maart 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:419
Rubriek
Formeel belastingrecht
Relevante informatie

Bij uitspraak op bezwaar zijn de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag BPM en beschikking belastingrente verminderd. Daarbij heeft de inspecteur belanghebbende een kostenvergoeding toegekend voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, berekend naar de lage puntwaarde. In beroep en hoger beroep heeft belanghebbende alleen de naheffingsaanslag BPM en beschikking belastingrente bestreden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2024:1661) heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de naheffingsaanslag verder verminderd. Het hof heeft belanghebbende een proceskostenvergoeding toegekend voor de kosten van rechtsbijstand in beroep en hoger beroep. De reeds toegekende kostenvergoeding in bezwaar heeft het hof in stand gelaten.

In cassatie klaagt belanghebbende, onder verwijzing naar HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1060, NTFR 2024/1244), erover dat het hof de hoge puntwaarde voor bezwaar had moeten hanteren. De klacht faalt. Omdat belanghebbende in beroep en hoger beroep de beslissing inzake de kostenvergoeding voor bezwaar niet heeft aangevochten, was het hof namelijk niet gehouden om ambtshalve te onderzoeken of de inspecteur bij het vaststellen van de kostenvergoeding voor bezwaar de juiste waarde per punt heeft gehanteerd.

(Cassatieberoep ongegrond.)