Aflevering 12

Na een bespreking van de juridische aspecten van de in 2000 ingevoerde Nederlands-Antilliaanse besloten vennootschap, wordt de fiscale status behandeld. Daarbij wordt ingegaan op de eisen om in aanmerking te kunnen komen voor de vrijgestelde status en wat de gevolgen zijn van de vrijgestelde status, zoals met betrekking tot deelnemingsvrijstelling, fiscale eenheid en renteaftrekbeperkingen. Aan de orde komt verder de sfeerovergang van belaste naar onbelaste status en omgekeerd, de vrijgestelde NABV in internationale structuren en de invloed van Europa. Tot slot wordt ingegaan op de toekomst van de vrijgestelde NABV.

In hoeverre kan een (belasting)verdrag aan een ander (belasting)verdrag worden getoetst? Na een uiteenzetting van het redeneerschema van het HvJ EG in de arresten D, Saint Gobain, Gilly en De Groot wordt ingegaan op de inpassing van de D-zaak in dit redeneerschema. Naast de inbound-situatie, zoals in de D-zaak aan de orde, worden nog andere bijzondere inbound-situaties aan de orde gesteld, zoals de Royal Bank of Scotland-/Avoir fiscal- en Saint Gobain-arresten. Tot slot wordt nog afgevraagd wat het mogelijke oordeel van het HvJ EG zou zijn in een outbound-situatie.

Na een algemene uiteenzetting inzake non-discriminatie en meestbegunstigingsbehandeling worden enige fiscale situaties besproken waarvoor meestbegunstigingsbehandeling werd ingeroepen en worden enige uitspraken van nationale rechters behandeld. Alvorens de overwegingen van het HvJ EG in de D-zaak te behandelen, worden de hiervoor gewezen arresten van het HvJ EG getoetst aan het recht op MFN-behandeling. Op basis van de bespreking van de overwegingen in de D-zaak wordt nagegaan wat de reikwijdte van dit arrest is en wat nog de openstaande mogelijkheden op het terrein van meestbegunstigingsbehandeling kunnen zijn, waarbij wordt afgesloten met enige persoonlijke gedachten betreffende de overwegingen van het HvJ EG in de D-zaak.