Aflevering 10

Nadat in deel 1 is ingegaan op de uitleg van de begrippen belastingontduiking, ‑ontwijking en ‑planning in het kader van het internationaal belastingrecht worden in deze bijdrage de Europeesrechtelijke aspecten behandeld. Daarbij komen aan de orde de visies van de Europese Commissie, het Ruding Comité en de Europese regelgever. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie en daarbij wordt met name het recent gewezen arrest Cadbury Schweppes van 12 september 2006 uitgebreid besproken.

Op dit moment bestaan er vier verschillende loonheffingen, namelijk de loonbelasting, de premie volksverzekeringen, de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke premie Zorgverzekeringswet. In het verleden is in de literatuur al vaker aan de orde geweest of één loonsomheffing zou kunnen worden ingevoerd. In deze bijdrage wordt nagegaan of de huidige vier heffingen zouden kunnen worden vervangen door één loonsomheffing, welke vorm die heffing dan zou moeten hebben en welke tarieven daarbij gehanteerd zouden moeten worden.

De in 2002 ingevoerde wettelijke regeling inzake hybride leningen wordt in het wetsvoorstel ‘Werken aan winst’ grotendeels teruggedraaid. In deze bijdrage wordt ingegaan op enige aspecten van deze nieuwe regeling. Tevens wordt het arrest van de Hoge Raad van 25 november 2005 besproken in het licht van dit wetsvoorstel.

In deze bijdrage wordt ingegaan op de voorgestelde Wet modernisering waterschaps-bestel. In het voorgestelde waterschapsbestel wordt de trits aangepast gehandhaafd en worden de huidige omslagen getransformeerd in een min of meer vergelijkbare watersys-teemheffing. Daarnaast wordt vanwege het bestaan van all-in waterschappen de verontreinigingsheffing van de waterschappen in de Waterschapswet geïncorporeerd. Eén en ander ligt in lijn met de watersysteembenadering zoals die uit de Kaderrichtlijn water volgt.